De illusies van Serge van Veggel
Serge van Veggel repeteert voor de voorstelling Dr. Miracle’s last illusion. Met zijn gezelschap OPERA2DAY in Den Haag heeft hij het verhaal bedacht. Er worden delen van andere opera’s gebruikt voor de tekst en muziek. Xanne Visser ging met hem in gesprek.
Hoe is het ooit zover gekomen, de liefde voor opera?
‘Toen ik 17 was, werd ik overrompeld door een opera. In ging twee keer per week in de schouwburg naar een theatervoorstelling en wilde iets stoffigs als een opera ook proberen. Bij de eerste strijkersklanken van Verdi’s La Traviata was ik verkocht. Sindsdien is het een verslaving.’
Hoe ga je te werk?
De muziek en de tekst liggen bij de meeste opera’s vast. Als regisseur probeer ik stukken met toneelspel en beelden tot leven te wekken. Soms plaats ik een stuk in een andere context.’
Hoe ziet zo’n repetitieperiode eruit?
De repetities bereid ik ’s ochtends vroeg voor. Ik verwerk dan ideeën van de dag ervoor. In de studio volg ik een ingewikkeld rooster, om met alle zangers en spelers hun scènes te oefenen. In de pauze pak ik mijn rust.
Ik vind het belangrijk om opera met modernere kunstvormen te combineren. Dit keer is dat illusionisme. Het personage Dr. Miracle vermoordt met zijn nieuwe goochelmethode allerlei mensen. De vraag is of dit per ongeluk gebeurt of dat hij ze expres laat verdwijnen.’
Wat maakt deze voorstelling voor jou een uitdaging?
‘Door de trucs is het één van de ingewikkeldste opera’s die ik ooit heb gemaakt. Als iemand op het podium vanuit een watertank moet verdwijnen, moet zo’n moeilijke truc de tekst of muziek niet in de weg zitten. Tijdens de repetities ga ik zien of de opzet in het theater werkt. Lukken de trucs niet, dan zullen we weer terug moeten naar de repetitieruimte.’
Dr. Miracle’s last illusion speelt nog van 5-11 september. Meer info: www.opera2day.nl