Louis Gauthier is een culturele alleseter
Hij is klassieke muziek redacteur voor De Telegraaf, heeft zijn eigen muziekprogramma Het Klankcafé en binnenkort komt zijn album Rikkelrak uit waarop hij gedichten van Charlotte Mutsaers op muziek zette. Maar hij doet nog veel meer. Wat drijft de culturele duizendpoot Louis Gauthier?
Laten we beginnen bij de plaat Rikkelrak want het album komt niet uit het niets. Eerder al zette Louis poëzie van Gerrit Komrij en Jules Deelder op muziek. Met Rikkelrak voltooit hij nu de trilogie. En dat samen met niemand minder dan de gelauwerde schrijfster Charlotte Mutsaers: “Ik zie Charlotte echt als een vriendin. Helemaal niet als de grote auteur of de ‘grande dame’ van de literatuur. Dat ís ze natuurlijk wel maar dat is slechts positieve bijzaak als je gewoon een vriendschap hebt.”
Louis ontmoette Charlotte, die met de presentatie van Rikkelrak op 10 november ook haar nieuwe roman presenteert én haar 75e verjaardag viert, via Facebook: “Ze was mij altijd aan het porren en toen heb ik haar een blauw oog gefotoshopt en op haar tijdlijn gepost. We bleken dezelfde humor te hebben.”
Geen blinde harpist
Vijf jaar later werken ze samen aan een album, dat op LP (met CD) én op iTunes uitgebracht wordt. “Het doel is om poëzie toegankelijker te maken. En dan niet zo van: we lezen de gedichten voor en op de achtergrond hoor je het getokkel van een blinde harpist.” Nee, Louis wil iets nieuws maken: “Door de track vergeet je dat het poëzie is, het staat op zichzelf en het gedicht is onlosmakelijk met de muziek verbonden.”
Maar het gedicht gaat nooit verloren: “Het gedicht is de basis en ik kijk ook naar de inhoud, waar het gedicht over gaat. Maar ik vertaal die inhoud niet heel letterlijk. Ik zie de woorden meer als een instrument en zo versterkt het elkaar.”
Bombastisch klassiek
Of er klassieke muziek in het album zit? “In een bepaalde symfonische gelaagdheid. In de bombastiek”, meent Louis. “Voor mij kan een stuk niet simpel zijn. In de opbouw kan een track rustig 60 geluidsporen bevatten.” Los van de klassiek, moet de Amsterdammer bekennen dat er ook wel een beetje eighties in het album zit: “En ik schaam me daar niet voor!” zegt hij lachend.
Culturele veelvraat
Maar Louis is zoals gezegd meer dan Rikkelrak. Met zijn werk voor De Telegraaf, en de presentatie van zijn eigen programma Het Klankcafé, blijkt (klassieke) muziek toch wel de rode draad in zijn carrière. “Ik ben een enorme beelddenker. En als er iets mooi is aan klassieke muziek”, zegt Louis, “Dan is het wel dat je je er van alles bij kunt voorstellen.” Hij noemt als voorbeeld het tweede deel van het vioolconcert van Barber: “Als ik dat hoor, moet ik altijd huilen. Dat klinkt cheezy, maar het gaat altijd fout.” En zo weet de Rikkelrakker: “Als iets je kan raken, is het wel klassieke muziek.”
Wat Louis zo mooi vindt aan zo’n beetje al het werk dat hij doet, van journalistiek, tot zijn eigen artwork maken, van componeren tot presenteren: “Mensen ontmoeten!” Want: “De gesprekken die je hebt, neem je voor altijd met je mee. Je kunt ervan leren en daarom denk ik ook minder in hokjes. Het gaat me om de mensen en niet om hun status.” Hoewel hij zich weldegelijk bewust is van hun status: “Ik vraag mensen die ik tof vind wel eens om hun handtekening. Dat vind ik gewoon leuk.”
Alle ballen in de lucht
Het is ook lastig om Louis zelf in een hokje te plaatsen. Hij kan niet kiezen tussen de dingen die hij doet. “Ik wil een combinatie van alles doen.” Hoe noem je jezelf dan? “Een creatief producent. Maar dat is zo zakelijk!” Uiteindelijk gaat Louis overstag, want als hij écht moest kiezen tussen al zijn werkzaamheden: “Dan zou ik mezelf muziekjournalist noemen. Maar dan niet alleen klassieke muziek”, zegt Louis. “En dan af en toe een mooi muziek project tussendoor”, hij kan het niet laten…
Is het niet vermoeiend een culturele duizendpoot te zijn? “Soms. Maar wel op een goede manier. Het is vooral steeds kijken hoe je alles qua planning door kan laten gaan. Ik voel me soms net de clown op de hoes van het album Innuendo van Queen. Dat ik alle ballen in de lucht moet houden.” Maar met één bal, is dat natuurlijk ook niets aan: “Dan wordt het zo saai. Ik houd van positieve stress. Daardoor blijf je wakker en blijf je creëren.” En bovendien: “Als je nu een goed idee hebt, dan kun je het ook nu uitvoeren.”