Diamanda Dramm
Violiste Diamanda Dramm is een van de artietsen die te horen is tijdens Klassiek in de Loods op 24 december in Paradiso. Ze zal daar het verstilde ‘When I am laid in earth’ van Purcell zingen en spelen en begeleid zichzelf hierbij op een baspedaal. Lees hieronder het interview van Ivo Iliev met Diamanda Dramm en bestel je kaarten voor Klassiek in de Loods hier!
Diamanda Dramm is op dreef. Ze stond als eerste solo violiste ooit in de finale van Dutch Classical Talent, speelde een concertserie door Nederland en is in de media volop aanwezig. Een artieste met veel ‘exposure’. Maar media aandacht is als muziek, vluchtig. Als je er te lang bij stil staat is het verdwenen en heb je ondertussen de helft gemist. Waar muziek volledige aanwezigheid in het moment vergt, heeft filosofie meer weerbaarheid, en Diamanda’s muzikale uitingen blijken filosofisch gefundeerd te zijn. In een cafeetje in Amsterdam neemt het gesprek dan ook al gauw de wending van gedachten, interpretaties en perceptie. Voor mij onder het genot van een koffie, voor haar met een moderne thee, zo een zonder zakje maar met een verzameling takjes en specerijen.
Deel van het promotietraject van Dutch Classical Talent was een serie concerten in elf concertzalen in alle uithoeken van het land. Van de finalisten werd verwacht dat ze zelf het programma samenstelden en alle nodige voorbereidingen troffen voor hun optreden. Een geheel programma met solo viool is niet gewoonlijk, vandaar dat Diamanda zang, orgelpedalen en een base drum toe heeft gevoegd aan het repertoire, dat zowel oud als nieuw werk beslaat (Purcell, Biber, beiden 17e eeuw; Garth Knox, werk uit 2017).
Uit eerdere interviews spreekt een zelfbewustzijn, een duidelijk besef waar je nu staat en een idee waar je naartoe wilt. Hoe heeft zich dat geuit in deze tour?
“Deze tour bood mij de mogelijkheid om mijn muzikale ideeën versneld te concretiseren en uit te voeren. Voor je het programma daadwerkelijk maakt moet het in detail worden uitgewerkt. Je bent niet meer alleen in je eigen universum maar staat in de context van het grotere ontwikkelingstraject. Dat zet aan tot scherpere zelfreflectie: wat ben ik niet? En wat wel?”
Was het moeilijk daar keuzes in te maken?
“Dat ging vrij natuurlijk. Ik wou in elk geval op verkenningstocht en mezelf uitdagen door bijvoorbeeld mijn stem op verschillende manieren te gebruiken. Daarvoor dacht ik meerdere dingen te moeten zingen, maar het stuk dat Onur (Türkmen) voor me heeft geschreven waarin ik zing, omvat eigenlijk alles al. Ik heb geen aparte compositie meer nodig om een liedje of een schreeuw uit te voeren, want die zitten allemaal al in Onurs stuk.”
Ondertussen wordt er een soepje gebracht dat Diamanda eerder heeft besteld, van hetzelfde soort als de thee. Er ligt ook brood bij, maar dat blijft onaangeraakt.
Het programma tijdens de tour bestond uit vijf werken, waarvan er drie speciaal voor Diamanda zijn geschreven. De stukken van vader Dramm, Knox en Türkmen zijn in de afgelopen jaren geschreven, de andere twee in de 17e eeuw, door Henry Purcell en Heinrich Ignaz von Biber. Vooral de compositie van Purcell valt op, omdat daar een baspartij aan is toegevoegd die ook door Diamanda wordt gespeeld.
Hoe ben je op het werk van Purcell gekomen?
“Dat stuk voer ik uit met een baspedaal, waarvoor ik een geschikt stuk zocht. Zo ben ik op het werk van Purcell gekomen, daar zit de perfecte baslijn in. Het is namelijk an sichal een mooie baslijn – een chromatisch oorwurm – wat het de moeite waard maakt om het extra instrument mee te nemen. Tegelijkertijd moet het ook speelbaar voor mij blijven terwijl ik viool speel. Een hele specifieke eis voor een muziekstuk.
Hoe werkt dat pedaal precies?
“Het is anderhalf octaaf aan orgelpedalen, aangesloten op een basversterker.”
Ik heb een opname gehoord, het klinkt perfect synchroon.
Er verschijnt een lichte glimlach op haar gezicht.
“Het dwingt mij ook om geen excuses meer te maken. Wanneer je samen speelt kan je denken: dat ging niet precies zoals ik het wilde. Dan kan je het altijd nog op iemand anders afschuiven.”
Bij het delen van deze gedachte schiet ze in de lach.
“Nu ben ik zelf verantwoordelijk voor het muzikale moment. Een manier om de lat hoger te leggen voor mezelf. Ik volg geen gebaand pad als violist, moet mijn eigen weg vinden. Ik probeer steeds dieper in mijn werk te komen. Anders krijg ik al snel het gevoel dat ik een kunstje heb geleerd. Ik probeer mezelf blijvend uit te dagen, ook als ik iets heb geleerd wat anderen nog niet doen.”
Jij bent opgegroeid met hedendaagse klassieke muziek, die voor veel mensen moeilijk te begrijpen is. Kan jij iets vertellen over hoe jij naar die muziek luistert?
“Ik speelde eens een zomer lang op een festival in Zwitserland aan de Luzern academie. Daar was Pierre Boulez de dirigent. Het was mijn eerste jaar conservatorium dus dat was helemaal te gek. Door een foutje in de planning duurden sommige repetitiedagen voor mij wel twaalf of dertien uur, waardoor ik merkte dat mijn oren vermoeid raakten van de overdaad aan informatie. Het idee dat ik dicht zou klappen en niet meer in het moment aanwezig zou zijn vond ik heel erg, want dit was mijn kans om met Boulez te spelen en daar zoveel mogelijk uit te halen. Ik heb toen spelletjes voor mezelf ontwikkeld om op verschillende manieren te luisteren naar de ruimte en naar hoe die inwerkte op de muziek. Ik deed bijvoorbeeld mijn ogen dicht.
Als iemand dan een bladzijde omsloeg bij de cello’s probeerde ik te horen wie dat was, en of dat harder, scherper of langer was dan de trompetnoot die tegelijkertijd klonk. Als we hetzelfde stuk speelden in een andere zaal probeerde ik die momenten te vergelijken en het verschil tussen de ruimtes te horen. Dat is een soort Cage benadering, om naar alles te luisteren. Zo kan ik iets meer kiezen hoe ik luister, en als ik op het moment niet probeer het muzikale verhaal te distilleren dat ik me dan niet slecht voel, maar dat ik toch met mijn oren in het moment kan blijven, zonder het te hoeven snappen. Want als je het altijd wilt snappen is het heel gemakkelijk om eruit te raken, dat is een grote druk op jezelf. Dat vergt altijd veel concentratie en het is eigenlijk helemaal niet eerlijk om dat altijd van iedereen te verwachten. Een boek kan je even wegleggen, met muziek gaat dat niet.”
Ervaar je de muziek dan anders?
“Het is meer dan naar geluid luisteren, eerder een vorm van meditatie. Luisteren en mediteren kunnen voor mij samen gaan. Door ook naar klassieke werken te luisteren vanuit dat standpunt ben ik soms bezig met andere lagen: waar voel je een bepaalde noot in je lichaam? Of waar in de ruimte klinkt die noot? Hoor ik het hout van de instrumenten? Dat kan bevrijdend werken. Ik ben niet iemand die in een communicatieve trance raakt met de componist wanneer ik een stuk inzet. Ik heb dat op een andere manier op moeten lossen voor mezelf.”
John Cage had een vernieuwende kijk op muzikale luisterervaring. Harmonie interesseerde hem niet. Hij zei ooit tegen zijn leraar Arnold Schönberg dat hij er zelfs geen gevoel voor had. Desondanks componeerde hij onvermoeibaar. Zijn muziek speelde zich overal af: in het verkeer, in het bos, zelfs in een geluidsdichte kamer; Cage hield van alle geluiden zonder er betekenis of esthetische waarde aan toe te kennen.
Ga jij zo ver als Cage wanneer hij zegt dat hij liever naar het verkeer luistert dan naar Beethoven, omdat het verkeer altijd anders klinkt?
“Dat niet, maar ik heb wel van Cage geleerd dat ook het verkeer je gehoor kan verrijken. Daardoor kan ik weer meer van Beethoven genieten. Cage heeft mij in mijn hoofd toestemming gegeven om anders naar Beethoven te luisteren.”
Af en toe kijkt ze een tijdje naar buiten terwijl ze haar gedachten ordent.
Het Cagiaanse luisteren vind ik zelf lastig.
“Wij zijn als Westerse luisteraars en denkers getraind…”
Om alles te beoordelen?
“En om alles te vergelijken met iets anders.”
Beethoven en Cage nemen wel een andere rol in als kunstenaars. Beethoven was de meester die niet tegengesproken diende te worden. Cage nam het idee van Marcel Duchamp over dat een kunstwerk wordt voltooid door degene die het aanschouwt.
“Ze zijn ook moeilijk naast elkaar te zetten omdat hedendaagse kunst op een meer tastbare manier werkt. We zijn veranderd als denkers en als mensen, we zijn meer geëmancipeerd. Als dat voor de politiek geldt en we hebben besloten dat mensen gelijk zijn dan is het ook de taak van de muziek om de vraag te stellen of we geluid kunnen emanciperen.”
En, kunnen we dat?
“Ik denk dat het antwoord gewoon ja is. Op een persoonlijk niveau kan je je daarmee bezighouden, met de vraag of dat waar is of niet. Als een muzikale gemeenschap moeten we die ja zowel kunnen aannemen als loslaten. Er zijn zo veel stromingen in de muziek nu. Dat is één manier om ons te ontwikkelen na het modernisme. Ook al is het nu zo vertakt, er zijn eindeloos veel oplossingen die we allemaal kunnen gebruiken.”
En combineren ook?
“Dat is postmodernisme misschien.”
Doe jij dat zelf ook?
“Ik ben geen componist maar ik vind het wel spannend om dingen naast elkaar te zetten. Ik ben wel bewust bezig in mijn programmering om werken in context te zetten. Of het schuurt, of juist netjes verpakt wordt. Maar dat het elkaar in elk geval kleurt.”
Enkele muzikale inzichten rijker nemen we afscheid. Ik sta op om weg te gaan, zij blijft nog even, wellicht om toch de broodjes nog op te eten.
En die thee? Die bleek van gojibesbloesem, kurkuma en gemalen saffraan te zijn.
Voor degenen die hun nieuwsgierigheid niet langer in bedwang kunnen houden, koop hier je kaartjes voor Klassiek in de Loods op 24 december in Paradiso! Of neem een kijkje op Diamanda’s website waar alle informatie staat over haar aankomende optredens. https://diamandadramm.com/events/