Een middag in het hok van Akim Moiseenkov
Inspiratie: een groot goed voor de componist. Omgevingsfactoren kunnen van beslissende invloed zijn. Zo schreef Gustav Mahler graag in pittoresk gelegen hutjes aan Oostenrijkse meren. Het creatieve proces van componist Akim Moiseenkov vindt plaats in een leegstaand kantoorpand vlakbij metrohalte Bullewijk, de Bijlmer, Amsterdam. In aanloop van zijn optreden op ODAM x Lab111 tijdens het Amsterdam Dance Event spraken wij hem over zijn instrumenten, zijn visie op elektronische muziek en de IKEA als inspiratiebron.
Een hok in Amsterdam-Zuidoost
‘Mijn hok is in ieder geval inspirerend’, vertelt Akim terwijl hij de deur open doet. Een kamertje op de hoek met veel ramen en nog veel meer spullen. Vanuit die ramen kan hij verderop de Arena zien liggen. ‘Hiervoor zat ik trouwens in Osdorp en daar kreeg ik een BB gun door mijn ruit heen. Dus wat dat betreft is het een vooruitgang denk ik.’
Het maakt Akim verder eigenlijk niet zoveel uit. Hij is content met zijn huidige plekje. Het pand wordt beheerd door LOLA (Leegstand Oplossers Amsterdam), die er voor zorgen dat creatievelingen de ruimte krijgen. En zo wordt de buurt ook weer wat leven ingeblazen.
Als Moiseenkov even een inspirerend duwtje in de rug nodig heeft is er nog wel een adresje om de hoek. ‘Ik ga heel vaak ‘s middags naar de IKEA, omdat je daar zo’n veggie-dog voor negentig cent kan krijgen. Zit je daar tussen de ruziënde stellen, weet je wel.’ Lijkt me niet erg prikkelend, maar die tegenstelling blijkt slechts schijn. ‘Van die hopeloze omgevingen zijn vaak goede plekken voor wat tragikomedie.’
De muren van het voormalig modebedrijf zijn overigens wel wat dun. Akim hoort de buren op zijn gang, waaronder een hiphop-collectief en ‘een soort moskee’. ‘Zij horen mij dan waarschijnlijk ook wel.’ Het weerhoudt Akim Moiseenkov (32), componist, toetsenist, techneut, instrumentenbouwer en nog veel meer er absoluut niet van zijn werkkamer ten volle te benutten.
Alles is objectief
Goedgevuld kan je de studio wel noemen. Wandkasten staan vol apparatuur, versterkers maar ook huishoudelijke apparaten, tafels liggen vol printplaatjes en andere elektronische zaken waar ik de naam niet van weet. Want objecten, dat zijn Akims werkelijke inspiratiebronnen. Daarvan bouwt hij veel zelf. Of hij koppelt dingen aan elkaar, die dan weer een nieuw instrument maken.
‘Ik ben vooral veel bezig met beweging. Van objecten, maar ook van mezelf, en om die dan om te vormen naar muziek’, vertelt Moiseenkov. Hij wijst op een ventilator met wat gele slierten eraan. ‘Als je die aanzet gaan die gele dingen natuurlijk ronddraaien. Die kan je dan overal een beetje tegenaan laten komen. En dat geeft dan weer muziek.’
Niet echt een multi-inzetbaar instrument dus, maar daar streeft Akim ook niet naar. Hij bouwt vaak voor specifieke gelegenheden. ‘De instrumenten worden daardoor wel iets simpeler, maar ze krijgen ook meer betekenis.’ Zo krijg je zeker een kamer vol. En hoewel de ruimte dus veel wegheeft van een werkplaats, staat al die techniek wel in dienst van de muziek. ‘Ik blijf meer componist dan instrumentenbouwer.’
Horen wat je ziet
Hij kan trouwens wel even laten zien (en horen) wat hij misschien gaat gebruiken voor zijn optreden tijdens ADE in Lab111. Een soort effectpedaal komt op tafel, zeven knopjes en een staafje met wat papier erop geplakt. ‘Het is een soort oscillator. De golven die het genereert kan ik met de knopjes weer opdelen en manipuleren.’ Bij specifieke switch-combinaties verandert het getik/gebrom/gezoem plotseling in een geluid waar je ADE-bezoekers wel op los kunt zien gaan. Zeker als Akim er nog een grote trommel tegenaan houdt voor wat versterking.
Zo laat Akim nog wat andere bouwsels zien. Bijvoorbeeld een lange draad van verenstaal die op en neer ‘veert’. Die zit nog in de productiefase. ‘Het idee is dat je er een zwengel aan geeft, dat dat ding dan alle kanten op gaat en een sensor meet waar-ie precies is.’ Die dat dan weer omzet in geluid. Akim doet een korte unplugged, gezongen demonstratie. ‘En hopelijk hoor je dan wat je ziet.’
We raken aan een kern van Akims muzikale identiteit. Wat Akim namelijk zo jammer vindt aan veel elektronische muziek is dat het niet transparant is. ‘Je weet niet echt waar je bij bent. Je hoeft natuurlijk niet alles te begrijpen, maar je weet niet eens wat er live is en wat niet.’ En dat wil Akim zijn publiek wél geven. Hoe pak je dat dan aan? Kijk, muziek is georganiseerd geluid, legt Akim me uit. ‘En als ik componeer organiseer ik daarbij ook nog object en beweging.’
Weird klassiek
Een ander project van Akim behelst de onorthodoxe combinatie van hobo en joystick onder de naam Perforator. Hoboïst Marlies van Gangelen speelt, Akim harmoniseert live met het game-hulpstuk, aangesloten op een computer met voorgeprogrammeerde software.
Op Akims muzikale tijdlijn is dit duo eigenlijk best logisch. Als Russisch kind begon Akim natuurlijk met klassiek pianoles, maar dat begon te frustreren. Hij wilde de muziek begrijpen, de muzikale taal van een componist leren spreken. Dus ging Akim op compositieles. Daarop volgde vier jaar lang popmuziek aan het conservatorium, daarna een master live electronics.
Het resultaat van deze achtbaan? ‘De weirde klassieke hoek.’ Maar Moiseenkov kan niet veel met genres. ‘Klassieke muziek heeft zichzelf daarmee eigenlijk een beetje vermoord.’ Want iets is pas klassiek als de componist dood en begraven is, legt Akim uit. ‘Er is vroeger ook veel geïmproviseerd, bijvoorbeeld door Chopin. Dat werd dan getranscribeerd door een assistent en dat zitten wij nu letterlijk na te spelen.’ Je zou, zo vindt Moiseenkov, veel meer moeten kijken naar de technieken die de componist gebruikte, hoe die improviseerde. ‘Daar gaat zo iemand van leven.’
Ik krijg een EP’tje in mijn handen geduwd, Akim en zijn orgel. Hij heeft er wat doosjes van liggen. Die zullen hopelijk wel aftrek vinden, gezien de huidige revival van vinyl. Het is wel eens frustrerend voor de artiest. ‘Als ik cd’s laat persen, blijf ik zitten met vijfhonderd van die dingen.’ De muziekwereld is versnipperd, bedoelt Akim. ‘Voor elke gelegenheid, elke vibe, zelfs voor specifieke drugs wordt andere muziek gemaakt.’ Muziek wordt steeds toegepaster en men luistert liever op spotify.
‘Maar goed’, zegt Akim terwijl hij van tafel een apparaatje pakt en aan me laat zien, ‘dan maak ik van zo’n cd maar weer een nieuw instrument.’
Oja, nog zo’n belangrijke productiefactor: een goedgevulde maag. Al enige uren na lunchtijd zit het interview erop en loop ik terug naar de metro. Akim verlaat samen met mij het pand: ‘Even naar de IKEA’.
Stijn Voet, oktober 2019