​​Mozart & the next generation

Door 24classics

Terwijl de mussen van het dak van 24classics vallen, ontvangen Akim Moiseenkov en Corine Haitjema daar de twee hoofdrolspelers van Mozart’s Zauberflöte: Sofia Ferri en Roman Brasser. Ze zitten midden in de laatste dagen van het repetitieproces en zien er nog opvallend fris uit..

Sofia Ferry is actrice en zangeres. Ze heeft muziektheater gestudeerd aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten en heeft gespeeld in films, zoals ‘Juliet’ op Netflix, en in musicals. In de Zauberflöte speelt ze Pamina in de nieuwe operaproductie, wat een hoofdrol is.
Roman Brasser is acteur en zanger. Hij studeerde aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam en heeft meegespeeld in films, series zoals ‘Spangas’ en musicals en andere theaterproducties. Hij heeft ook een eigen solovoorstelling gemaakt. Roman speelt Tamino.

Waar gaat de opera eigenlijk over?
Het verhaal begint eigenlijk op het moment dat de gevestigde macht, in ons geval een soort Trump-achtig figuur, sterft. Het is lastig om het kort te vertellen, maar het speelt zich af in een dystopische wereld. De Derde Wereldoorlog heeft plaatsgevonden en de extremisten hebben gewonnen. Daardoor zijn er allerlei dingen ontstaan. Er zijn grote sekten ontstaan die de wereld beheersen. Eigenlijk laat het zien wat er gebeurt als extreemrechtse partijen aan de macht komen. Onderdrukking van minderheden, vrouwen, waaronder de jonge prinses Pamina en haar moeder. Alleen witte, oude, gepriviligeerde mannen hebben de macht. 

Dat is de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. Het verzet tegen de gevestigde macht door de jonge generatie, waaronder Pamina en Tamino, die proberen de gevestigde macht omver te werpen. Dat zijn wij. We doen dat op onze eigen klungelige manier. Tegelijkertijd is het ook een coming-of-age-verhaal waarin ze liefde ontdekken en volwassen worden, althans dat proberen ze.

Is dit hetzelfde als hoe het in de tijd van Mozart ook is bedacht?
In zekere zin wel. Alleen is onze versie een directere weerspiegeling van de maatschappij zoals die nu is. In de tijd van Mozart was het meer verborgen en symbolisch. Het leuke aan deze versie is dat het trouw blijft aan het origineel, maar dan in deze tijd. In de tijd van Mozart waren er ook andere mensen betrokken bij de uitvoering. De Zauberflöte is geschreven door Mozart en door Emmanuel Schikaneder. In 1791 vroeg deze acteur aan Mozart of hij muziek kon maken van iets wat hij had geschreven, en hij wilde ook graag meespelen. Hij had talent om te zingen, maar was geen klassieke zanger, en Mozart vond dat leuk!  Dus toen hebben ze samen de Zauberflöte gemaakt. Het was een combinatie van klassieke zangers en acteurs die konden zingen. En dat is nu ook zo. We werken samen met operazangers en acteurs.

Hoe gaat zo’n remake in z’n werk? 

Je zou kunnen zeggen dat je voor een nieuwe versie, je juist meer historisch besef moet hebben om het te veranderen. Je kijkt naar hoe het vroeger werd gemaakt en behoudt daar bepaalde elementen van. Je kijkt naar de geschiedenis en je spiegelt je daar wel aan, maar niet helemaal. De makers, Theu Boermans en Frans van Deurzen hebben dat heel goed gedaan. Ze zijn trouw gebleven aan de kern van het stuk, maar hebben het wel naar het heden gebracht. Het is ook een vertaling, dus het wordt voor het eerst in het Nederlands opgevoerd, maar ze hebben goed nagedacht over hoe ze het zo trouw mogelijk aan het origineel kunnen houden en tegelijkertijd modern kunnen maken.

Hebben jullie ook een rol tijdens het maakproces? Geven jullie input?
We gaan altijd samen op zoek naar het karakter, naar wat het verhaal wil vertellen. Maar het klopte eigenlijk al heel goed, dus het ging meer om kleine aanpassingen. We werken met het vertaalde libretto en er zijn ook nieuwe teksten geschreven. We zingen de originele muziek en aria’s, maar er zijn ook gespeelde scènes tussendoor. Dat is ook best uitdagend want je moet het ene moment schreeuwen en laag zingen, en dan moet je ineens die hoge noten eruit krijgen.
In de scènes worden er wel details aangepast, maar de muziekstukken blijven hetzelfde. Dat voelt gewoon goed. In die scènes kun je echt iets van jezelf kwijt. 

Hoe zit het met jullie karakters? Voelen jullie een verwantschap daarmee? Sofia: Zéker!  in onze versie is Pamina’ een beetje een depressieve puber. Zo ben ik zelf niet, maar Pamina heeft wel een eigenwijs karakter en weet wat ze wel en niet wil. Dat herken ik wel een beetje. Het is een sterke vrouw, dus ik voel me er wel verwant mee.
Roman: Tamino iseen prins, maar hij komt niet uit de wereld waar dit verhaal zich afspeelt. Enhij heeft niet echt een ruggengraat, hij wordt echt alle kanten opgeduwd Toen ik jong was, had ik ook niet echt een mening, dus ik snap, ik snap het, ik begrijp het wel ergens waar het vandaan komt.
Sofia:In het stuk is Tamino echt een beetje een corpsbal.
Roman: Ja, nee, dat ben ik helemaal niet; dat moet ik heel erg spelen. Maar ik vind het wel heel leuk om een beetje te transformeren. Ik voel me als Tamino wat stoerder eigenlijk dan mezelf, ik ben zelf wat zachter en liever en fladderiger en als Tamino ben ik dat iets minder.

Wat maakt dit zo speciaal voor jullie, aangezien jullie al behoorlijk grote dingen hebben gedaan?
Roman: het is iets wat buiten mijn comfortzone ligt. Het is zo groot en zo anders. Ik wilde het heel graag doen, maar ik ben gewoon geen operazanger. Ik had zelfs nachtmerries waarin ik dacht: dit gaat helemaal mis, ik kan het niet. Maar ze hebben me niet gebeld na de eerste repetitiedag om te zeggen dat het niet doorgaat.
Door onze  achtergrond  kunnen we ook de klassieke aria’s zingen zonder ons te beperken tot klassieke zangstijlen. Ik ben op een andere manier getraind, maar ik probeer het wel op een benaderende manier te zingen. We hebben ook coaching en zanglessen gekregen. 

 Roman: In het begin probeerde ik heel krampachtig om andere Tamino’s  na te doen die ik had beluisterd op spotify, maar al snel besefte ik dat het erom gaat wat ik te vertellen heb en welk gevoel ik wil overbrengen. Toen ik dat eenmaal vond, kon ik de lange lijnen veel makkelijker zingen, omdat ik ontspannen was en wist wat ik deed. Ik imiteerde niet meer klassieke zangers, en het feit dat de tekst vertaald is en ik de woorden ken, zorgde ervoor dat ik de aria’s op een andere manier benaderde.

Sofia: Ja, het is, het is zo leuk dat we inderdaad echt mensen hebben die helemaal uit de opera hoek komen en helemaal uit de acteurs hoek, en dat dat onze cast een soort palet is aan allemaal kleuren die iedereen meebrengt. Dat is echt geweldig dat het zo elkaar vindt en dat daar zo een verscheidenheid is aan kwaliteiten en iedereen kan wat leren van elkaar. Dat is zo bijzonder aan deze productie.

Wat hebben we geleerd in dit minicollege?
1. In Mozart’s tijd (hij schreef de opera in 1791 – en overleed in datzelfde jaar) zongen er, naast professionele operazangers, ook gewone acteurs mee in de Zauberfl¨ote.
2. Eén van de moeilijkste opera aria’s die er bestaan, is die van de Koningin van de Nacht uit de Zauberflöte. Niet elke sopraan heeft een stem die zo hoog kan en zo beweeglijk is.
3. Het heeft geen zin om te doen alsof je een operazanger bent.

‘Mozart’s Zauberflöte, the next generation’ is een productie van Opera2Day en de Theateralliantie die tot het einde van het jaar in het hele land te zien is. Kijk hier voor de speellijst.

Wil je het hele verhaal van Roman en Sofia horen? Luister dan naar de Podcast Minicollege!

word ook Kleine Vriend
€4 per maand

meer dan 120 mensen
gingen je voor!