Iris_van_nuland_24classics

Oepsie, in de finale…

Door Justine Knijn

Op het Conservatorium van Amsterdam gonst het al dagen rond, wie wint er dit jaar de Oskar Back Prijs? De jonge, enthousiaste violiste Iris van Nuland (21) dong twee jaar geleden mee naar de prestigieuze prijs voor jonge violisten van 18 tot 26 jaar, tijdens het Nederlands Vioolconcours. Totaal onverwachts haalde ze toen op haar negentiende de finale. Het is een koude, zonnige dinsdagochtend wanneer ik haar ontmoet in een koffiezaak op de Oosterdokskade in Amsterdam, vlak naast het Conservatorium waar Iris studeert. We hebben een gesprek over muziek, zenuwen en het leven. 

Terwijl ik al iets heb besteld en me verwarm aan de warmte van de koffiemachines, staat Iris per ongeluk nog geduldig in de kou op me te wachten. Lachend stelt ze me gerust. Ik bestel een medium cappuccino met havermelk voor haar, die groter uitvalt dan verwacht en bijna haar hele haar vrolijke gezicht beslaat. “Dan kunnen we lekker lang praten,” zoals ze zelf zegt. Ze heeft gelijk, er is genoeg om over te hebben. Ik vraag haar hoe het haar op zo’n jonge leeftijd gelukt is de finale te halen van de Oskar Back Prijs. Ze moet lachen, daar had ze destijds ook helemaal niet op gerekend. De nominatie kwam zelfs zo onverwachts, dat ze zich nog maar nauwelijks had voorbereid op de stukken die ze moest spelen in de finale. “Ik dacht, het is al leuk als ik door de eerste ronde kom.” Terwijl andere jonge violisten soms bijna een jaar werken aan de muziekstukken voor de finale, had Iris één week om zich nog klaar te stomen. Dag en nacht studeerde Iris aan haar stukken. Ze won de finale niet, maar dat maakte haar niks uit. Als ze erover vertelt gaat ze stralen, ze vond het geweldig om met het Residentie Orkest te spelen: “Dat was zó vet! Het is zo’n gek gevoel dat je iets achter je hebt staan dat zoveel support en energie geeft, dat is echt heel gaaf.” Haar deelname leverde Iris veel lof op, dankzij haar intuïtie en plezier klonk speelsheid door in haar muziek, en kon ze met lef experimenterend spelen en een beetje buiten de lijntjes kleuren: “ze spéélde Korngold en het resultaat was magisch.” De derde plaats van de Oskar Back Prijs is niet de enige prijs die Iris in de wacht sleepte in haar nog maar korte carrière. Wanneer ik haar vraag of het winnen van zoveel prijzen en het ontvangen van veel mooie kritieken haar druk geeft om goed te presteren blijft Iris nuchter, “het heeft me vooral veel zelfvertrouwen gegeven.” 

Iris komt niet uit een standaard klassieke-muziek-gezin, integendeel. Haar ouders hadden eigenlijk niks met klassieke muziek voordat Iris serieus begon met spelen. Nu staat dagelijks Radio 4 op. Zo kan het dus ook gaan, dat de appel ervoor zorgt dat de boom ergens anders komt te staan. Tijdens de open dag bij de kunst- en muziekschool in Oss, waar Iris vandaan komt, probeerde de kleine, zesjarige Iris allerlei instrumenten uit. Maar haar korte beentjes waren te kort voor de pedalen van de harp, en haar lippen waren nog niet sterk genoeg voor de blaasinstrumenten. Geen enkel instrument leek geschikt. Totdat Iris een viool oppakte, waaruit ze direct geluid kreeg. Uit de aardige viooldocente die naast haar zat, steeg meteen enthousiast “heel goed!” op. Dat was genoeg aanmoediging voor het kleine meisje om de viool nooit meer weg te leggen. 

Wat Iris wel van haar ouders heeft geleerd, is haar sportersmentaliteit. Haar moeder speelde bijvoorbeeld op hoog niveau tafeltennis. Van huis uit heeft ze dus wel de mentaliteit meegekregen dat als je iets wilt doen, je er ook voor moet gaan. Maar competitiviteit zit er dus ook goed in. Als ik vraag hoe spelletjes thuis zijn, zegt Iris “ja, vreselijk,” zegt ze lachend, “Het is gelukkig nu wel wat beter, maar als ik verloor, was ik chagrijnig voor de rest van de avond.” Tussen vriendinnen die ook muziek maken, is er gelukkig minder competitie. Iris vertelt me dat ze elkaar binnen haar vriendengroep juist heel veel gunnen, en ze elkaar omhoogtrekken doordat ze tegen elkaar opkijken. Gelukkig maar, want in concoursen moet ze het aan de lopende band tegen vrienden en vriendinnen opnemen. Met vrienden die zelf geen muziek maken, kreeg Iris vroeger soms problemen als ze plotseling een afspraak moest afzeggen ten behoeve van de viool: “sommige kansen kan je niet laten lopen.” Nu vindt ze het juist wel verfrissend om met deze vrienden te zijn, dan hoeft het eindelijk een keer níet over muziek te gaan en “zij vinden het ook heel leuk om mij te zien spelen,” vertelt ze. 

Iris lijkt een glorieuze toekomst tegemoet te treden, als ik haar vraag naar haar dromen vertelt ze me het volgende: “Ik heb altijd gezegd dat ik concertmeester van een heel goed orkest wil worden. Dan ben je eerste violist en doe je natuurlijk alle vioolsolo’s, maar daarnaast heb je ook iets meer verantwoordelijkheid. Je leidt alle violen, maar je hebt ook veel contact met alle andere instrumenten in het orkest.” Maar, zegt Iris, ze is ook een beetje bang voor het “kantoorgevoel,” omdat je binnen een orkest helaas toch gewoon moet doen wat de dirigent bepaalt. Het liefst zou ze er ook iets naast doen, zoals kamermuziek. “Een mix daarin zou perfect zijn.” 

Ondanks alle lof en prijzen die Iris op haar jonge leeftijd heeft ontvangen, heeft ze vaak last van zenuwen wanneer ze optreedt. “Ik ben dus altijd wel zenuwachtig, en vind altijd alle concerten spannend.” In de loop van tijd heeft Iris geleerd om haar zenuwen te omarmen: “Ik vind dat nu niet meer erg, want ik heb het gevoel dat het bij mij hoort, het laat zien dat ik er veel om geef. Ik kan me nu iets rustiger zenuwachtig voelen. Als je er tegen vecht wordt het alleen maar erger. Ik ben daardoor ook echt heel vaak de mist in gegaan, maar ik heb ook geleerd dat het niet uitmaakt als het een keertje misgaat.” Ik vind dat heel wijs voor iemand van 21 (hoe onbedoeld denigrerend dat ook klinkt), en vraag me af of ze nog meer leert over het leven van dagelijks zoveel met muziek bezig te zijn. “Muziek maken is altijd heel persoonlijk, je legt er heel veel van jezelf in. Je identificeert jezelf met wat je doet. Dat is heel spannend, want het is kwetsbaar. Als je kritieken krijgt, vat je dat ook heel vaak persoonlijk op. Maar door veel te spelen heb ik geleerd dat het geen nut heeft om jezelf niet kwetsbaar op te stellen, dan kan je het beter niet doen. Als ik muziek maak, wil ik iets van mezelf laten zien, een verhaal vertellen. Dat is belangrijker dan perfect spelen.” Zo is het eigenlijk ook in het leven: “Als je nooit het risico durft te nemen om een keer gekwetst te worden, dan ga je ook nooit echt iets voelen.”

Iris speelt tijdens het Nederlands Vioolconcours op De Nacht van de Viool op vrijdag 26 januari samen met drie makers van Dox (theater en dans) een multidisciplinair stuk. Daarnaast is er een uitgebreid programma met een heerlijke mix aan genres: van volksmuziek tot rock en jazz tot silent disco. Kijk hier naar het programma.

Wie oh wie gaat er dit jaar winnen en mag zich aansluiten in het rijtje van topviolisten. Leg je wedje en kom naar de finale van de Oskar Back Prijs.

word ook Kleine Vriend
€4 per maand

meer dan 120 mensen
gingen je voor!