Sachertorte met Slagroom
Emlyn Stam is altviolist, speelt veel kamermuziek, geeft les aan het Conservatorium Tilburg, is artistiek leider van het New European Ensemble voor hedendaagse muziek en vindt daarnaast ook nog tijd om zich als musicus bezig te houden met onderzoek naar de ‘historische uitvoeringspraktijk’ van klassieke werken uit de 19e en vroeg 20e eeuw. Kort gezegd komt dit neer op toenadering zoeken tot de uitvoeringsstijl van de tijd waarin de muziek werd geschreven en gespeeld, zodat je een idee krijgt van hoe een uitvoering zou kunnen hebben geklonken.
Op 14 december speelt Emlyn samen met o.a. pianiste Olga Pashchenko, in het kader van het kamermuziekfestival Winteravonden aan de Amstel, naast het pianokwintet van Johann Nepomuk Hummel ook het wereldberoemde Forellenkwintet van Franz Schubert, waarover we gaan praten.
Leuk zeg, de historische uitvoeringspraktijk, maar hoe weet je nou hoe het destijds klonk?
‘Het is een beetje zoals oude zwart-wit foto’s die later met kleur zijn ingevuld. Je weet natuurlijk nooit helemaal zeker hoe het toen precies was, maar je kunt wel meerdere middelen inzetten om er zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. Door te lezen over hoe er vroeger werd gespeeld, maar ook door heel vroege geluidsopnames te beluisteren. Rond 1900 begon men echt wel serieuze geluidsopnames te maken, Joseph Joachim[1] was hiervan een vroeg voorbeeld. Zo konden mensen die in de 19e eeuw, de eeuw van Schubert, waren opgeleid en hun carrière hadden gehad, opeens hun werk opnemen. Hierin kun je dus de traditie van die tijd terug horen. Daarnaast beschikken we over oude pianorollen, van die papieren rollen met gaatjes die je kunt afspelen met een ‘player piano’[2]. Maar bovendien kun je veel informatie halen uit het instrumentarium dat toen werd gebruikt.’
Spelen jullie dan ook echt op die oude instrumenten?
‘Nou niet op Franz z’n eigen originele piano, maar ja, we maken echt gebruik van de instrumenten zoals die toen werden gebouwd. Olga speelt op een ‘Graf’ fortepiano, die heel anders klinkt dan de Steinway die tegenwoordig meestal wordt gebruikt. De strijkinstrumenten zijn qua ontwerp dan weer niet veel veranderd sinds de 19e eeuw, maar we spelen wel met darmsnaren natuurlijk.’
Sorry, ik dacht even dat je darmsnaren zei.
‘Ja, die zijn gemaakt van slachtafval, best goor. Er worden dus echt darmen gebruikt om die snaren mee te maken, dat maakt dat ze wat moeilijker in de omgang zijn dan de kunststof of metalen snaren die tegenwoordig meer in trek zijn. Ze zijn wat levendiger, reageren wispelturiger en geven hiermee net een bepaalde zachtheid, een kleur die meer die klank van toen benadert.’
Schubert was trouwens niet echt een happy camper he?
‘Zijn leven was heel tragisch. Hij is heel jong gestorven, men vermoedt aan syfilis. Hij kon moeilijk rondkomen. Tijdens zijn leven genoot hij als componist weinig erkenning, in tegenstelling tot tijdgenoten als Beethoven, Brahms en Schumann die in their day al grote namen waren. En die overigens ook hebben geprobeerd om het werk van Schubert destijds op de kaart te krijgen, want zij zagen wel in hoe geniaal hij was. Veel van Schuberts werk, waaronder het Forellenkwintet, is pas na zijn dood uitgebracht.’
Waarom werd hij niet erkend?
‘Dat had waarschijnlijk onder meer met zijn persoonlijkheid te maken. Iemand als Beethoven was voortdurend bezig zichzelf als merk neer te zetten, een echte ondernemer. Schubert schuwde zelfmarketing en was juist heel terughoudend. Daarnaast was hij ook niet de grootste pianovirtuoos, terwijl het in die tijd wel van essentieel belang werd geacht dat je je eigen werk ook heel goed kon uitvoeren. De trend om muziek van andere componisten uit te voeren, begon in Schuberts tijd net pas een beetje te ontstaan. Zo gingen Beethoven en Mozart muziek van Bach en Händel ontdekken en spelen. Helaas kwam deze ontwikkeling te laat voor Schubert en heeft hij niet meer mogen meemaken dat zijn werk onder de handen van de beroemdste uitvoerende musici van zijn tijd weer tot leven kwam.’
Treurig hoor. Terwijl zijn muziek soms ook best opbeurend is. Brengt ons op het Forellenkwintet. Het lied ‘Die Forelle’, waarop het vierde deel van het kwintet gebaseerd is, is kennelijk zo beroemd dat zelfs mijn wasmachine het melodietje uit vreugde speelt als hij uitgedraaid is. Wat betekent dit stuk voor jou persoonlijk ?
‘Voor mij is muziek heel erg verbonden aan de mensen met wie je het gespeeld hebt en aan je eigen verleden als musicus. Zoals je een popliedje kunt horen dat je meteen doet denken aan je middelbareschooltijd, zo brengt dit stuk mij terug naar de tijd dat ik 16 was en net was overgestapt van viool naar altviool. Dit was een heel vormende tijd in mijn leven. Ik was in een paar jaar van klein jongetje tot lange, onhandelbare puber uitgegroeid. Ik was als enige in mijn familie linkshandig en had altijd al moeite met mijn coördinatie, maar ik wilde heel graag viool spelen. Nu ik ook zat met al die lange ledematen zei mijn docent: misschien moet je de altviool proberen, die is wat groter, daarmee kun je een nieuwe start maken. Het klikte meteen tussen de alt en mij. Het Forellenkwintet was een van de eerste kamermuziekstukken die ik speelde als altviolist. Als ik dit stuk ga spelen dan denk ik weer aan de mensen met wie ik dit voor het eerst speelde, aan onze leraar, en word ik overspoeld door een stortvloed aan persoonlijke herinneringen uit mijn tienerjaren. Ik word dan weer helemaal teruggeworpen in die tijd, de musici, onze leraar die het stuk vergeleek met Weens gebak (‘het moet klinken als sachertorte met slagroom!!’).
‘Muziek kan een enorme schaal aan belevenissen uit je eigen leven blootleggen. Dit stuk symboliseert voor mij een periode waarin ik mijzelf opnieuw uitvond, een nieuwe droom durfde na te jagen, aan een avontuurlijke reis begon zonder vooraf bepaalde bestemming. Dat onvoorspelbare, het gevoel dat alles open ligt, wat zo duidelijk terug komt in het werk van Schubert, spreekt me dan ook bijzonder aan. Het Forellenkwintet markeerde voor mij het begin van een nieuw hoofdstuk in mijn leven. Dat ik dit stuk nu nog steeds mag spelen maakt me, terugkijkend, heel trots. Door hard werken, doorzettingsvermogen en lef ben ik uitgegroeid tot de musicus die ik vandaag de dag ben. En daar herinnert dit prachtige stuk van Schubert me nog aan elke keer dat ik het speel.’
Ik ben benieuwd wat het kwintet nog meer te bieden heeft. Kun je ons eens mee op reis nemen door het stuk?
‘Tuurlijk. Wat om te beginnen goed is om even bij stil te staan, is het uitzonderlijke gebruik van instrumentarium. In plaats van de standaard bezetting voor een pianokwintet (piano plus strijkwartet) wordt het Forellenkwintet uitgevoerd met piano, viool, altviool en contrabas. Eigenlijk zijn er weinig stukken voor deze bezetting geschreven, waarvan de kwintetten van Schubert en Hummel de belangrijkste werken zijn. En die bezetting wordt door Schubert heel briljant gebruikt. Hij zorgt ervoor dat de piano vooral in de hoge registers speelt en hij laat de contrabas de baslijn invullen zodat het niet te zwaar wordt aan de onderkant, maar er altijd een basis is waarop de drie strijkers in het middenregister de melodieen kunnen spelen. Door de piano in de hoogte te zetten en de bas onderaan creëert hij een heel eigen klankwereld, die ongelooflijk typerend is voor dit stuk.’[3]
Deel 1: drie of vier melodieën als traktatie
‘Meteen in het begin komt al aan bod wat ik zo mooi vind aan de muziek van Schubert: zijn typische harmonieën, de uitgebreidheid van akkoorden. Het is een echte Schubertiaanse reis, waarin hij vanuit het thuisakkoord op ontdekkingstocht gaat langs allerlei verschillende toonsoorten. Hij betreedt vol lef ongebaande paden en keert na dit avontuur weer even vanzelfsprekend terug naar huis. Alle instrumenten komen ruimschoots aan bod. In het eerste deel wordt ook direct duidelijk dat Schubert een echte liedcomponist was. Hij heeft honderden liederen geschreven. De melodie van Die Forelle maakt pas later in het stuk een entree, maar in dit deel worden we ook al getrakteerd op drie, vier prachtige melodieën die zich direct zachtjes in je oor nestelen. Melodieën die je zo meezingt, of gedachteloos fluit wanneer je op de fiets naar je werk zit. Elke melodie is een klein cadeautje.’
Deel 2: een slingerend pad
‘Een langzamer deel, andante, alsof je langs een kabbelend beekje (vol springende forellen) wandelt . Wat begint met een mooie, bijna gezongen melodie van de piano, ontwikkelt zich naar een donkere mineur en brokkelt af tot een heel zacht einde. Er zit in dit deel een enorme sprong in tonaliteit en ook hier weer gaan we op een onbestemde reis. Schubert dwaalt af, zoekt, volgt dromerig een onvoorspelbaar slingerend pad. Ik vind het altijd verhelderend om deze stijl tegen die van Beethoven af te zetten: die had juist een heel duidelijke architectuur en opbouw in zijn muziek. Beethovens bestemming stond altijd al vast, waar het bij Schubert nog alle kanten op kon gaan. Ik denk dat dit ook wel hoort bij een liedcomponist, omdat je je baseert op een tekst, en daaromheen muziek bouwt. Wat thema en sfeer betreft laat je je leiden door het verhaal dat wordt verteld.’
Deel 3: gemaakt voor amateurs om lekker thuis te spelen
‘Het presto. De snelle driekwartsmaat, uitgevonden door Joseph Haydn en grootgemaakt door Beethoven. Een licht en grappig deel. Het leuke hier is dat er eindelijk een solo komt voor de contrabas. Halverwege het eerste deel mag de bas al heel even twee maten het thema spelen, maar voor de rest is zijn rol beperkt tot de baslijn. In dit derde deel wordt de bas echt even in de spotlights gezet. Je kunt die aparte aandacht voor elk instrument ook mooi zien in het licht van de tijd: een componist schreef uiteindelijk muziek voor ‘het volk’. Zoals we nu een Spotify playlist aanzetten werden die composities gemaakt voor amateurs om lekker thuis samen te spelen. Dat was hun entertainment, gezellig samen musiceren. Dan was het natuurlijk wel belangrijk dat iedereen iets te doen had en even z’n momentje mocht pakken om te shinen met een melodie.’
Deel 4: in tragisch mineur
‘Daar is dan het thema van het bekende lied Die Forelle. Het deel ontvouwt zich in allerlei fantasierijke variaties op dit thema. Alle instrumenten komen aan bod en mogen afwisselend de melodie spelen en uitstapjes daarvandaan maken. Ook hier weer veel verrassende wendingen in de toonsoort. De cello speelt een solo in tragische mineur, en heeft na al die fraaie, lichte variaties op het thema opeens een heftige uitbarsting. Het deel kent een krachtige ontknoping en aan het eind komt het thema van het lied weer in hübsche vorm terug.’
Deel 5: ‘bijna een boerendans’
‘Allegro giusto. Hier wordt een thema steeds herhaald, met kleine reisjes er tussendoor. Ook hier weer veel tonale wendingen, verrassingen. Significant aan dit laatste deel is het Oostenrijkse volksidioom. Het thema klinkt bijna als een boerendans. In de complexiteit en al die kleine verrassinkjes en uitwijkingen van het thema vind je weer die onmiskenbare Schubert-klank terug.
‘Ik heb dit stuk nu zo vaak gespeeld dat ik het kan dromen, en toch ontdek ik elke keer weer wat nieuws. Het is zo gelaagd en kent zoveel onverwachte wendingen, dat het fris en interessant blijft hoe goed je het ook kent. Tegelijkertijd is het aan de oppervlakte al gewoon zo mooi en meeslepend dat ook iemand die het voor het eerst hoort, zonder enige kennis ervan, meteen gegrepen kan zijn door de melodieën, verloop van thema’s, contrasterende delen. Dus ik snap ook heel goed dat het nu, na al die jaren nog steeds zo’n publiekstrekker is.’
Suzanne van Nimwegen woont in Amsterdam is jurist en zingt in een bandje. Ze loopt al langer rond in de klassieke muziekwereld, of zit eigenlijk, maar dan in het publiek. Sinds kort schrijft ze ook voor 24classics.
[1] Joseph Joachim, geboren in 1831 en goede vriend van componist Johannes Brahms. Heeft 5 opnamen gemaakt. Luister maar eens.
[2] https://en.wikipedia.org/wiki/Player_piano
[3] Waarom voor deze ongebruikelijke bezetting, met de contrabas, is gekozen, weten we eigenlijk niet. Waarschijnlijk gewoon uit praktische overwegingen: dit was wat er ‘voorhanden’ was toen Schubert de opdracht kreeg van een rijke mecenas om een set variaties op Die Forelle te componeren.