SECHS – Maarten Vos
SECHS is een audiovisuele installatie, een ruimtelijk snaarinstrument gemaakt door Boris Acket, Maarten Vos en Christopher Bauder. Het is een show van 30 minuten waarbij licht, muziek en de ruimte samenkomen. De muziek is speciaal gecomponeerd voor SECHS en is gebaseerd op BACH’s zesde cellosuite. SECHS is twee weken lang te bezoeken, van 17 juni t/m 4 juli in de Zuiderkerk Amsterdam.
Benieuwd naar wat we precies kunnen verwachten, sprak ik met Boris, Maarten en Christopher over het onderzoek, de muziek en de visuals van SECHS. Te beginnen met cellist, componist en producer Maarten Vos.
Maarten Vos
Maarten Vos focust zich op het componeren van modern klassieke en elektronische muziek waarbij hij traditionele instrumentatie transformeert in nieuwe klankwerelden. Hij werkt vanuit een verkennende benadering van de cello in combinatie met modulaire synthesizers en andere elektronische instrumenten.
Maarten speelde op verschillende plekken zoals Le Guess Who?, STRP, MUTEK, Contact Tokyo, Funkhaus Berlin, Amsterdam Dance Event, Lowlands Festival en was artist in Residence bij Gaudeamus in Utrecht, MONOM/Funkhaus in Berlijn en Theatre de Chaillot in Parijs.
Naast zijn solocarrière werkt hij samen met verschillende artiesten zoals Julianna Barwick, Colin Benders, Wende Snijders, Joep Beving, Sebastian Plano, Alex Smoke, Asko Schönberg, modeontwerpster Iris van Herpen, digitaal/visuele kunstenaars Maotik, hedendaags dansgezelschap Conny Janssen Danst en in technologie met ruimtelijk geluid gezelschap 4DSOUND. Hij produceerde en mixte albums voor verschillende artiesten op labels als Deutsche Grammophon, Universal en 1631 Records.
Maarten gaat in zijn werk altijd al verder met technologie dan je vanuit zijn klassieke cello achtergrond zou verwachten. De ontwikkeling van SECHS is daarom voor hem een logische en fijne samenwerking. Hij snapt het ecosysteem van een installatie en gaat niet puur als componist aan de slag, maar denkt daarnaast ook na over het ruimtelijke geluid en de esthetiek van de installatie.
Bach aan de basis
Maarten zelf is met klassieke muziek opgevoed. Zijn beiden ouders zijn muzikant van beroep, dus hij kent Bach praktisch al vanaf zijn geboorte. Ook tijdens zijn cello studie aan het conservatorium, stonden de suites van Bach op de lessenaar. “De suites van Bach liepen als een rode draad door mijn studie heen. Het is iets wat iedere cellist speelt.”
Prelude & Sarabande
De Prelude en de Sarabande vormen de basis van de compositie van SECHS. Maarten is de twee delen aan het her-componeren. Maar waarom deze twee specifieke delen? “Ik was altijd al geïntrigeerd door de Prelude. Het deel heeft een minimalistisch karakter, wat ik heel tof vind en waar ik me veel mee bezighoud, ook in de compositie van elektronische muziek. De Prelude begint met alleen maar een d, maar eigenlijk zijn dit twee d’s. Het is twee keer dezelfde noot, maar de ene noot speel je als d op de g snaar en de andere noot speel je op de losse d snaar. Je hoort dus als het ware twee kleuren van dezelfde noot. Dat vind ik heel bijzonder. De noot d vind ik een mooie noot met een mooie open klank. Die d aan het begin van de Prelude bouwt zich later helemaal uit tot zestiende arpeggio’s. De energie daarvan vind ik interessant. Wat ik aan de Sarabande zo mooi vind zijn vooral de langgerekte en bijzondere akkoorden.”
Maarten is deze twee delen van begin tot eind afgegaan en heeft de maten eruit gepakt met de mooiste motieven. De muziek leent zich volgens hem ook erg goed om verschillende motieven over elkaar te spelen. “Je bent eigenlijk steeds op zoek naar wat mooi en goed bij elkaar past. Veel motieven kun je heel mooi op elkaar stapelen als je ze bijvoorbeeld met een andere ritmiek benaderd of ze spiegelt. Je kan er op deze manier een mooi polyfoon stuk van maken. Dit is overigens wel makkelijker bij de Prelude dan bij de Sarabande omdat de Sarabande al veel dubbelgrepen en meerstemmigheid van zichzelf bevat.”
Compositie
Maar hoe pak je zo’n her-compositie aan? Wekenlang heeft hij in de studio cello opgenomen en daar zijn een aantal stukken uit voort gekomen. Verschillende laagjes en loops van de cello die door de ruimte kunnen worden gestuurd. “In de studio heb ik elke noot op de cello chromatisch opgenomen op allerlei verschillende manieren. Korte en lange noten, maar ook alle andere technieken en sounds die je kan maken op de cello. Ik probeerde zoveel mogelijk verschillende klankkleuren uit de cello te halen om in de composities te gebruiken. Alleen al met de manier waarop je de stok gebruikt op de snaar kan je zoveel verschillende kleuren maken. Dagenlang heb ik nootje voor nootje opgenomen met elke mogelijke techniek. Dat was een leuk experiment! Zodra ik een nieuwe klankkleur met een extended techniek had gevonden nam ik daar een chromatische toonladder mee op.”
Al deze chromatische toonladders met verschillende klankkleuren zijn vervolgens in software gezet waarmee ze kunnen worden aangestuurd. “Wat tof is aan technologie is dat je bijvoorbeeld noten kan genereren in een tempo dat je zelf nooit zou kunnen spelen met een bepaalde techniek. Je neemt allerlei klankkleuren op en die giet je in een mal van technologie. Daarmee kan je vervolgens allerlei dingen doen die de mens fysiek niet zou kunnen en dan wordt het interessant. Anders zou je het natuurlijk ook gewoon kunnen spelen. Je kunt bijvoorbeeld veel doen met tempo door heel snel noten rond te laten gaan. Daarnaast kun je een heel orkest laten spelen door verschillende lagen te creëren. Als één persoon kun je een hele muur aan geluid laten ontstaan. Tevens is het vervormen, stretchen en manipuleren van de cello met effecten een interessant experiment om nieuwe klankwerelden te creëren”
Met altijd de originele stukken in gedachten wordt er geëxperimenteerd om verschillende hoofdstukken in de installatie te maken. Met de twee delen uit de cellosuite probeert Maarten een heel kleurenpalet te maken dat één geheel vormt. “Alles start vanuit de cello (met een enkele keer een modulaire synthesizer die als bas of ritme fungeert). Je hoort van traditioneel cello geluid tot aan een geheel vervormd geluid tot aan percussieve cello geluiden. Het gaat van een dikke laag technologie tot aan de puurheid van de cello. Ik vind het belangrijk om de cello ook op een romantische manier, maar ook op een abstracte manier terug te laten komen. De combinatie van de rijke klank van de cello en het experiment is wat mij intrigeert. Bij een installatie kun je het al snel experimenteel maken, maar ik vind het belangrijk dat het beiden gebeurt. Dit is ook heel interessant in combinatie met het licht en de installatie. De ene keer komt het licht echt naar voren en is de audio begeleidend en de andere keer is het andersom.”
Nieuwsgierig naar Maarten Vos en wat hij voor SECHS heeft gemaakt? Kom dan kijken tussen 17 juni en 4 juli en koop een kaartje via de website: sechs.amsterdam!