Het meest harperige
Michela Amici is harpist en was artist-in-residence bij Gaudeamus, het festival dat van 7 t/m 11 september plaatsvond in Utrecht. Daar hebben ze in samenwerking met Grachtenfestival en November Music het project Nieuwe Noten bedacht, waarbij jonge componisten een stuk voor haar mogen schrijven. Michela is Italiaans. Ze deed een master in Den Haag en is daarna eigenlijk nooit meer weggegaan. Ze heeft drie harpen en speelt alle soorten muziek van barok tot super nieuwe muziek én ze heeft zelf twee ensembles opgericht die nog steeds zeer actief zijn. Michela vertelt in haar Minicollege hoe het is om met levende componisten te werken.
‘Met het traject Nieuwe Noten van Gaudeamus, een soort minicompetitie, worden uiteindelijk vijf componisten geselecteerd en die krijgen de opdracht om een stuk te maken. Alle componisten hadden een schets van een minuut ingediend en op basis daarvan is dan de keuze gemaakt en mochten ze een werk afmaken. Ik heb dus met ze samengewerkt zodat die stukken ook speelbaar zijn op de harp. Want eigenlijk is pedaalharp best een moeilijk instrument om voor te schrijven. Het is ook niet een instrument waar heel vaak nieuwe composities voor worden geschreven, zoals bij sommige andere instrumenten. Je moet goed weten hoe het werkt met de pedalen. Want eigenlijk is pedaalharp best een moeilijk instrument om voor te schrijven. Het is ook niet een instrument waar heel vaak nieuwe composities voor worden geschreven, zoals bij sommige andere instrumenten.
Als ik een partij krijg, of een eerste schets dan ga ik dingen eens uitproberen en geef ik feedback of het allemaal eigenlijk wel werkt op de harp. Het is ook een mooie kans wanneer een stuk voor de harp is geschreven dat rond voelt en natuurlijk voor het instrument, idiomatisch. Het is dan niet een arrangement van een andere stuk, het is echt voor de harp geschreven, dat vind ik een mooie kans. Het is ook leuk om te doen, om daar naar te kijken en feedback te geven.
Soms hoeft dat niet, dan speel je het en denk je: ‘dit is fantastisch’. En af en toe zijn er kleine technische dingen en dan geef je feedback aan de componist bijvoorbeeld over hoe een akkoord beter werkt op de harp, of als er ongemakkelijke posities zijn. Het is fijn als je in zo’n samenwerking wel openstaat voor feedback, dat je snapt dat het alleen maar gaat over het stuk, over de muziek en dat het mooi wordt. Dat het ook niet persoonlijk voelt, dat moet je ook niet persoonlijk nemen. Het is belangrijk dat je die feedback wel op een goede manier kan geven en dat je elkaar dan kan begrijpen.
Nieuwe Noten
Er zijn echt verschillende stukken uitgekomen. Normaal gesproken als harpiste of project initiator dan geef ik vaak zelf een opdracht aan componisten en dan kom ik met een thema of een onderzoek dat ik leuk vind. En dan is er bijvoorbeeld een thema dat de verschillende stukken een beetje verbindt. Maar bij de Nieuwe Noten is het een competitie. Dus iedereen laat eigenlijk zien, wat hij of zij leuk vindt en waar de interesse ligt. Daardoor zijn de stukken heel verschillend. En dan zie je echt het karakter van iedere componist in het concert. Dat is echt heel verschillend en rijk aan kleur. Er zijn bijvoorbeeld componisten die hun achtergrond hebben meegenomen. heeft componist Eric Ho-Chi So uit Hongkong een traditionele Chinese melodie gebruikt als basis van een stuk maar dan helemaal op een moderne nieuwe manier verwerkt.
Het meest harperige
Componiste Leslee Smuckers laat zich inspireren door een gedicht van Sappho, een Griekse dichter. Componist Boris Bezemer heeft echt iets geschreven voor de harp en gekeken naar hoe een arpeggio kan klinken op allemaal verschillende manieren. En zo ook componisten Alice Hoi-ching Yeung en Roché van Tiddens hebben persoonlijk elementen meegenomen in de muziek.
Een arpeggio is eigenlijk het meest ‘harperige’ dat je kunt spelen op de harp. Dat is wanneer je een akkoord speelt maar dan niet alle noten tegelijkertijd, dus dat je mooi van de ene naar de volgende klank gaat met je vingers. Hij heeft geëxperimenteerd en is gaan kijken wat als die bijvoorbeeld vóór de tel komt en dat dan de laatste noot óp te tel of wanneer de noten van de arpeggio in een andere volgorde worden gespeeld. Dat geeft dan een heel mooi landschap, het is eigenlijk geen arpeggio meer en dat voelt heel natuurlijk op de harp en heel mooi maar ook nieuw. Heel nieuw.
‘Ik wil het met plezier spelen en er ook zelf van genieten’
Iedereen heeft zo eigen ruimte om zijn eigen creativiteit er uit te laten. Ik vind het fijn dat ze qua concept echt een eigen idee hebben. Ik kijk dan ook veel meer naar ‘hoe vertaal je dat meer technisch op de harp’. Natuurlijk heb ik daarop ook wel mijn eigen visie op want ik wil het wel met plezier spelen en er ook zelf van genieten.
Het is ook heel fijn dat je het stuk vaker kan spelen en dat het ook een deel van je eigen repertoire wordt. Want dat is iets wat vaak gebeurt met nieuwe muziek, dat het stuk eigenlijk niet veel verder gaat dan een première en dat het misschien maar één of twee keer gespeeld wordt en dat is het dan. Maar ik heb stukken die ik zó leuk vond en waarbij ik ook wel een goede samenwerking heb gehad. Die zijn echt deel van mijn repertoire geworden.
Er zijn twee stukken die een deel van mijn repertoire zijn geworden.
Een stuk is van componiste Amarant Nat, voor harp en mezzo soprano. Dat was een wat meer complexere samenwerking omdat het er niet alleen een componist, maar ook een creative writer en een regisseur was.. We hebben ook samengewerkt met een creative writer Julia Beth Harris, en een regisseur. Je hebt dan input van de componist maar ook de input van een schrijver en iedereen heeft een rol in in de samenwerkingsproces. Voor dit stuk had ik ‘een lamento van nu’ als thema gekozen. Een lamento is een klaaglied een uit een barokopera en daar zijn we over gaan nadenken, hoe zou vandaag zo een lamento klinken? Daarvoor was een tekst geschreven gebaseerd op het verhaal van Ariadna die Monteverdi in de zeventiende eeuw had gebruikt voor zijn Lamento. Maar dan wilden we een beetje een nieuwe Ariadna vorm geven. Het stuk heet ‘A Freedom’s Lament en ik speel op de barokharp en je de hoort zangeres Georgia Burashko’.
Dit stuk was ook voor mij een heel mooie ervaring omdat de samenwerking wat breder was had je meer kunstenaars en verschillende mensen met hun eigen artistieke visie. Hoe breng je die bij elkaar? Het gaat dan niet over jij of ik mijn idee tegenover jouw idee maar het gaat echt over het stuk en over de muziek. En iedereen wil dat het zo mooi wordt en dat is het doel.
Een vondst
Het tweede fragment is een stuk van Karmit Fadael, ook een Nederlandse componiste. Ze heeft ook een stuk geschreven voor barokharp en zang. Wat ik heel leuk vond aan haar is dat ze weer op een andere manier de harp heeft gebruikt. Zij werkt met heel veel mooie melodieën en wat ik daar leuk aan vind is dat ze het eigen karakter van de barokharp heeft gebruikt in de muziek. Ze heeft bijvoorbeeld de twee rijen snaren aan de buitenkant en ze heeft mooie melodieën geschreven die elkaar ook kruisen. Dat werkt dus super mooi en super idiomatisch op de harp omdat juist iedere melodie een eigen rij snaren heeft en een eigen hand. Dus die kruisen elkaar, die ontmoeten elkaar en dat is iets wat eigenlijk niet echt kan op de pedaalharp. Dat vond ik echt heel mooi, een vondst. Het stuk heet ‘Versifier’ gespeeld door mij samen met Georgia Burashko.
Het is ook een stuk dat we zo vaak hebben gespeeld. Als we een concert hebben of de mogelijkheid hebben dan is het van ‘laten we die Versivier spelen!’ Dat voelt heel bijzonder dat we wij met de componist zelf hebben kunnen werken en dat zij dat echt voor ons duo heeft geschreven. Dat geeft wel extra meerwaarde.
Wil je het hele verhaal van Michela horen én het antwoord op de vraag: what’s up met de pink? Luister dan naar de Podcast Minicollege