Een hele eigen taal
Djuwa Mroivili in het clubhuis van 24classics. Djuwa is pianiste, maar maakt ook muziektheater. doet onderzoek en ze geeft lezingen.
Mijn verhaal gaat over Florence Price (1887 – 1953), een van mijn lievelings componisten. Ik leerde haar kennen toen ik nog op het conservatorium studeerde. Nou ja, ze is al lang overleden, maar voor mijn gevoel is ze nog hartstikke levend. Toen ik haar leerde kennen in 2019 was ik eigenlijk direct ongelooflijk onder de indruk van haar muziek Ik weet nog dat ik die bladmuziek van haar kreeg, ik had het laten bestellen door de mediatheek van het conservatorium, en toen ik het boek opensloeg viel het in het midden van een stuk en daar begon het tweede deel van een sonate in E mineur. Ik moest het gewoon even spelen en ik dacht ik móet hier iets mee en ook onderzoek gaan doen naar het leven van deze vrouw.
Florence Price was een hele bijzondere vrouw. Ze is in 1887 geboren in het zuiden van de VS, in Little Rock in Arkansas. Dat is best wel belangrijk om haar leven en haar muziek te begrijpen denk ik. Het was net na de afschaffing van de slavernij, toen was er een periode dat er steeds meer rechten kwamen voor zwarte Amerikanen. En nou was zij een zwarte Amerikaanse vrouw. Let wel, ze was een zwarte Amerikaanse vrouw die uit echt een gegoede familie kwam, echt uit de uit de upper class, maar toch een zwarte vrouw in de VS in die tijd. Toen zij opgroeide toen begon de dynamiek net een beetje te veranderen. Er kwam een soort van backlash tegen de rechten die zwarte Amerikanen in die tijd hadden verkregen. Dat is een heel interessante dynamiek in haar leven. Maar door de privileges die ze had kon ze wel aan een conservatorium gaan studeren. Ze ging naar het New England Conservatory in Boston, waar ze piano en orgel studeerde. En ze kreeg op een gegeven ook een bevoegdheid om les te gaan geven.
Op het conservatorium werd ze getraind met zowel Duitse romantiek, maar ook met de Amerikaanse muziek die toen steeds centraler kwam te staan op de conservatoria. Die mengde zij, in haar muziek dan weer met negro spirituals en ook jazz. Dat werd echt een mix van allerlei stijlen die je ook in haar muziek terug hoort. Een manier waarop je kunt zien hoe zij in haar muziek allerlei verschillende stijlen weet samen te brengen is in de toonladders die zij gebruikte: veel pentatonische toonladders die heel typisch zijn voor de muziek die zwarte Amerikanen maakten, zoals spirituals. Dat hoor je ook echt in die melodieën die zij schrijft, het zijn hele zingbare melodieën. Maar tegelijkertijd deed ze dat dan weer in een vorm, zoals een rondo vorm, die weer echt heel typisch voor de Europese klassieke muziek is. Ook in de wendingen die ze in harmonieën maakt, denk je af en toe even ‘hee dat is gewoon Schumann’. Dat maakt haar muziek heel interessant en ook heel toegankelijk. Het maakt het juist door die enorme verscheidenheid aan stijlen heel bijzonder.
Haar doorbraak was de Symfonie in e mineur die ze schreef in het begin van de jaren 30. Het was de eerste symfonie van de zwarte vrouwelijke componiste die ooit werd uitgevoerd door een prestigieus symfonie orkest. Daar won ze nog een prijs mee. Dat was ongelooflijk bijzonder. Tegelijkertijd was dit ook de tijd dat ze die sonate in e mineur schreef waar ik zo fan van ben en ook de Fantasie Nègre no 1, die ze schreef voor haar leerling Margaret Bonds. Ook met dat stuk won Price een belangrijke prijs.
Op een gegeven moment verhuisde ze terug naar Little Rock, Arkansas met haar man Thomas J. Price en daar kreeg ze twee kinderen. En in die tijd betekende dat als vrouw dat je je terug moest trekken uit je werk en dat was voor haar ook zo. Uiteindelijk is ze ook weer gescheiden van die man vanwege financiële problemen maar ook door huiselijk geweld.
Dat vind ik een heel mooi, ik vind het een heel mooi voorbeeld van die tijd en van de mooie dingen die toch ook uit die tijd zijn voortgekomen.
Na haar scheiding is ze naar Chicago gegaan en om geld te verdienen ging ze bij films spelen of ze componeerde dingen voor de radio. Dat is misschien ook wel een beetje waardoor je denkt aan filmmuziek als je naar haar muziek luistert. In Chicago was in die tijd de Chicago Renaissance, een ongelooflijk bijzondere periode waar allerlei kunstenaars samen kwamen. Omdat Florence Price in een vrij ongemakkelijk financiële positie zat ging ze samenwonen bij een leerling van haar. Dat was dus weer Margaret Bonds en via haar leerde ze weer de schrijver Langston Hughes kennen en iemand als Marion Anderson, een bekende zwarte zangeres uit die tijd. Dus eigenlijk door een vrij vervelende situatie kwamen Margaret Bonds, Langston Hughes en Marion Anderson samen. En wat bijzonder is, is dat zij ook samen dingen gingen maken. Er zijn bijvoorbeeld gedichten die Langston House heeft geschreven en die zowel door Florence Price als Marc Bonds op muziek zijn gezet. Dat vind ik een heel mooi, ik vind het een heel mooi voorbeeld van die tijd en van de mooie dingen die toch ook uit die tijd zijn voortgekomen.
Helaas is Florence Price in 1953 aan een beroerte overleden. Dat is heel jammer geweest het is ook vrij kort geleden eigenlijk. Het is ook heel jammer dat zij die tijd daarna niet heeft meegemaakt. De jaren zestig was natuurlijk die enorme periode dat er juist weer meer recht kwamen voor zwarte mensen in de vorm van de Civil Rights Movement. Haar leerling Margaret Bonds die heeft dat wel meegemaakt en die heeft zelfs nog een stuk gecomponeerd voor de March on Washington. Allerlei van dat soort momenten heeft Florence Price niet meegemaakt dat vind ik wel vrij tragisch eigenlijk. Ook dat haar muziek een lange tijd in vergetelheid is geraakt, vind ik heel jammer. Er was ook niet echt iets in de bibliotheek van het conservatorium van Florence Price, ik ben daar ook heel erg voor gaan lobbyen en ik heb de sonate laten bestellen. Die staat nu nog steeds in de mediatheek, daar ben ik trots op.
Ik ben er echt van overtuigd dat die hele muzikale taal niet had kunnen voortbestaan, dat hier niet op had kunnen doorgebouwd zonder al die zwarte vrouwen
Dat er weinig muziek van zwarte componisten in de mediatheek staat heeft vrij weinig te maken met de kwaliteit, wat vaak gedacht wordt. Er is echt een hele muzikale taal is uitgevonden door zwarte Amerikaanse klassieke componisten, eigenlijk al vanaf het begin van de twintigste eeuw tot nu nog steeds. En daarin, dat wil ik echt nog benoemen, hebben zwarte vrouwen een enorm belangrijke rol gespeeld. Want je moet bedenken dat in de tijd waarin Florence Price opgroeide er voor zwarte vrouwen vrij weinig carrière opties waren. Dat was ofwel in het huishouden of als docent. Zij hebben een enorm belangrijke rol gespeeld in het onderwijs, het zorgen dat het het analfabetisme onder zwarte kinderen in de VS afnam, maar ook in het muziekonderwijs. Zowel Florence Price als Margaret Bonds waren docenten. Ik ben er echt van overtuigd dat die hele muzikale taal niet had kunnen voortbestaan, dat hier niet op had kunnen doorgebouwd zonder al die zwarte vrouwen die daarin een enorm belangrijke rol hebben gespeeld.
Want bijvoorbeeld de National Association of Negro Musicians, dat was een collectief opgericht begin twintigste eeuw. Daarbij waren zowel mannen als vrouwen betrokken en dat bestaat tegenwoordig nog steeds.De association heeft allerlei zwarten en musici gesupport en een podium gegeven. Van Florence Price tot Margaret Bonds, maar ook mensen als Nina Simone en het heeft de tand des tijds gewoon doorstaan. Dat vind ik iets heel bijzonders, het is ook echt een heel genre wat ze hebben uitgevonden, een hele eigen taal. En dat die taal niet wordt erkend binnen een heel groot deel van de klassieke muziekwereld, dat vind ik echt heel erg.
Ik heb ook een hele waslijst meegegeven aan de mediatheek van het Conservatorium om aan te schaffen. Maar ze hadden daar ook te maken met een bepaald budget. Wat ik ook onzin vind, je moet ook ervoor zorgen dat je bibliotheek een afspiegeling is van de geschiedenis van de klassieke muziek. Ik bedoel zelfs als er in een de hele muziekgeschiedenis maar één zwarte componist is geweest, dan moet je die in je bibliotheek hebben omdat dat breekt met het idee dat er geen zwarte componisten zijn in de klassieke muziek. En als er een hele muzikale taal is ontwikkeld, dan al helemaal moet je moet je verschillende werken uit die taal in je bezit hebben en dat doorgeven ook.
Ik wil graag een voorbeeld te laten horen van hoe het ook zou kunnen. Want die Fantasie Nègre waar ik het eerst over had is denk ik zo een voorbeeld. Het is een stuk dat door een oudere generatie werd geschreven voor een jongere generatie. En ik kan me alleen maar voorstellen dat Margaret Bonds, de leerling van Florence Price, zich enorm gesterkt voelde doordat haar docent dat voor haar schreef. Het vertrouwen wat haar docent haar daarmee gaf. In dit stuk hoor je ook al die verschillende stijlen. Ik denk ook dat dit Margaret Bonds heeft gesterkt in de overtuiging dat alle dingen die jou jou maken, alle verschillende delen van je identiteit en alle verhalen die je in je draagt, dat die er mogen zijn en dat die juist als die samenkomen een nog een sterker geheel kunnen vormen. Dus Fantasie Nègre in e mineur, de eerste van de Fantasie Nègres. Deze wordt uitgevoerd door Samantha Ege, ze heeft net een heel album uitgebracht met de pianomuziek van Florence Price: Fantasie Nègre: The Piano Music of Florence Price. Echt een totale aanrader.
Luister naar het hele minicollege mét de vragen en ervaringen van contrabassist James Oesi op je Podcast.