Barsten zonder te breken
Leonard Besseling is cellist en artistiek leider van Club Classique. Tijdens dit minicollege in de intieme setting van het Clubhuis van 24classics praat hij over een heel persoonlijk en kwetsbaar onderwerp: podiumangst.
Als cellist speel ik heel veel concerten en ik organiseer ook veel concerten, misschien wel 150 per jaar. De vraag is hoe het kan dat een cellist die 150 concerten per jaar speelt nog steeds last heeft van podiumangst? Dat is een vraag waar ik ook niet direct een antwoord op heb, want dat gaat heel diep en dat is een ingewikkeld iets dat verweven is met met wie je bent. Het houdt me bezig omdat ik zo ontzettend van muziek houd en omdat ik ervan houd om op het podium te zitten. Ik wil me het liefst ook prettig voelen als ik op het podium zit. Dus, ik ben er mee aan het werk.
Gisteravond, zat ik in het café met een vriend van mij, Maurits. Hij is leraar op een op een middelbare school en ik vertelde hem dat ik de volgende dag een college ging geven over podiumangst. En ik vroeg aan hem of hij misschien ook last heeft van zenuwen. Ik dacht hij staat iedere dag voor de klas, voor een heleboel jonge mensen en moet moet daar een heel verhaal vertellen. En hij zei dat hij daar misschien zes jaar geleden, in het begin, wel last van had maar inmiddels is dat helemaal weg. Maar toen vertelde hij mij: ‘ik heb meestal dezelfde mensen voor me en die ken ik gewoon. Die leerlingen, die ken ik en dat voelt op een gegeven moment vertrouwd’. Toen hij dit vertelde viel een beetje het kwartje voor mij. Dat is dus eigenlijk het verschil met als wij een concert geven. Want ik loop daar het podium op, alleen of, liever eigenlijk. met een paar andere musici; en vervolgens zit daar een zaal vol met mensen die je eigenlijk helemaal niet kent.
Ik vind het altijd weer spannend en dat is eigenlijk de de primitieve oermens reactie van fight, flight of freeze. Ik ben dan vooral een beetje die laatste, freeze dus.Ik kan nog heel goed functioneren, geloof ik. Vaak merken mensen in het publiek er niks van maar ik voel me een beetje een hert dat in koplampen lampen kijkt en bevroren is en niet meer goed kan bewegen.
Misschien is het ook wel iets dat herkenbaar is, ook als je niet op een podium staat. Iedereen heeft te maken met angsten in het leven denk ik. En hoe komt dat nou eigenlijk?
Een paar maanden geleden was ik op bezoek hierboven in het kantoor en toen vertelde Corine en Fleur over de de mini colleges en ze vroegen mij wil je zo’n mini college doen? En ik hoorde mezelf reageren: ja lijkt me leuk! We hadden het over allemaal onderwerpen die ik dan zou kunnen behandelen maar ergens was er een soort van stemmetje in mijn hoofd, misschien herkenbaar, Dat herkennen jullie misschien ook wel. Een soort van subtekst van: een lezing, ik ben toch cellist? Kan ik dat wel? Dan zit ik daar straks, weet ik nog wel wat ik moet vertellen. Hoe moet ik dat voorbereiden? Durf ik dat wel? En toch heb ik inmiddels geleerd om dwars door de angst heen te gaan en het gewoon te doen. Dus ik ben heel blij dat ik hier zit. Het is ook wel bijzonder om dit verhaal met jullie te delen omdat ik heb gemerkt dat het heel erg veel voorkomt onder musici, maar dat het eigenlijk een beetje een taboe is waar niet zoveel over gepraat wordt. Daarom vind ik het ook belangrijk om dat taboe een beetje te doorbreken.
Waar het veel mee te maken heeft is het imposter syndrome. Misschien kennen jullie die term wel, het is een beetje in de jaren zeventig geïntroduceerd in de psychologie. Dat gaat over dat je voor jezelf het gevoel hebt dat je het niet goed genoeg kan. Of dat je bang bent om door de mand te vallen. Je kunt je je eigen succes in ieder geval niet ownen, je eigen maken. Terwijl de mensen om je heen vaak gewoon zien dat je iets super goed kan. Het beeld dat je van jezelf hebt is dus heel anders dan het beeld dat anderen van jou hebben. Dat is dus waar ik ook vaak last van heb en waar volgens mij veel musici tegenaan lopen. Het is ook weer zoiets om over jezelf te zeggen maar het wordt geassocieerd met hoge intelligentie, maar anderzijds ook met perfectionisme en onzekerheid.
Dus je wil iets gewoon altijd goed doen maar iets in jou, een stemmetje of het spookhuis van de gedachten, is er van overtuigd dat het misgaat. Dat je het eigenlijk niet kunt, dat je niet goed genoeg bent. Dit is niet iets waar ik alleen last van heb en dat is iets iets bijzonders vind ik.
‘Ze staan daar op het podium en geven alles en dan vertelden ze mij opeens dat ze van binnen helemaal kapot gingen‘.
Ik praat hier tegenwoordig wel eens over met andere musici in de kroeg na een concert. En het blijkt dus dat eigenlijk heel veel geweldige musici last hebben van podiumangst. Ik was super verbaasd, want daar zitten ook bijvoorbeeld een paar zangeressen bij met grote carrières. Die zag ik als podiumbeesten. Ze staan daar op het podium en geven alles en dan vertelden ze mij opeens dat ze van binnen helemaal kapot gingen.
Er is een heel mooi boek, The body keeps the score. Dat gaat over trauma’s en hoe trauma’s worden opgeslagen in het lichaam. Ik denk dat dat voor heel veel musici geldt, dat negatieve ervaringen van heel lang geleden ergens nog opgeslagen zijn in ons lichaam, zoals dat je ooit een black out had. En dat dit opeens weer naar boven komt zonder dat je dat wil of zonder dat je precies weet waarom eigenlijk.
Wat helpt nou eigenlijk?
Een ander heel mooi boek is Barsten zonder te breken van Mark Epstein. Een Westers opgeleide Amerikaanse psychotherapeut die geïnteresseerd raakte in het Boeddhisme en in Oosterse filosofie. Hij probeert een soort van relatie te leggen tussen die twee verschillende levensbeschouwingen. Het is moeilijk om samen te vatten maar grofweg gaat het erover dat we in het Westen vooral bezig zijn met ons ego en dat ons ego zo stevig mogelijk moet worden om goed te kunnen functioneren. Terwijl in het Oosten wordt dat een beetje gezien als een algemeen misverstand, omdat het veel meer gaat over het accepteren wat je voelt en loslaten als als enige weg tot geluk. En dat is ook wel een beetje de weg waar ik in geloof.
‘Dat die angst voortkomt uit liefde voor de muziek, uit liefde voor de wereld, voor de andere mensen, enzovoort’.
Ik heb een heel mooi voorbeeld gezien op een gegeven moment op YouTube van een masterclass. Ik zal het proberen te beschrijven: het was met een met een jonge violist, die staat op het podium en die krijgt les van een mevrouw en een volle zaal met mensen erbij. Ze speelt een sonate en het is heel duidelijk dat ze een enorme tril stok heeft van de zenuwen. De lerares zegt tegen haar ‘ik zie dat je zenuwachtig bent, dat is niet erg. Kun je het nog eens spelen en probeer eens om dat trillen nog veel meer te laten trillen’. Dat was de opdracht. Dan gebeurt er iets heel bijzonders. Dat meisje gaat weer spelen en eerste merk je dat het veel meer wordt maar dat duurt nog geen tien seconden en daarna is het helemaal weg. Dat vond ik dus het bewijs van die boeddhistische manier van kijken ernaar. Eigenlijk zijn wij zelf het probleem omdat we onze emoties wegdrukken, omdat we niet mogen voelen wat we voelen. We zitten onszelf in de weg en het grootste gevecht voeren we eigenlijk met onze eigen mind. En dit was een ervaring die ik zag, waarvan ik dacht van dit zou eigenlijk iedereen mee moeten maken op jonge leeftijd. Want heel veel strijkers hebben dat zeker meegemaakt, dat je opeens op het podium zit en voelt: oh jee mijn stok trilt. En wat ga je doen? Je gaat steeds meer in je schulp, je wordt steeds kleiner, je gaat alleen maar hoger ademen en het trillen wordt alleen maar meer en dat wil je vooral niet. Dat de andere merken dat dit aan de hand is. Terwijl eigenlijk de enige mogelijke uitkomst misschien wel is om het gewoon te accepteren en te laten trillen. Om in te zien dat die angst misschien wel een kracht is, dat de muziek er een misschien wel veel mooier van gaat klinken. Dat die angst voortkomt uit liefde voor de muziek, uit liefde voor de wereld, voor de andere mensen, enzovoort.
Ik volg zelf ook een therapie, dat heet Feldenkrais. Dat is voor mij een manier om veel beter met de podiumangst om te kunnen gaan. Dat gaat heel erg over lichaam en geest en hoe die met elkaar verbonden zijn en de manier waarop. Als je last hebt van moeilijke emoties, hoe je die gewoon in je lichaam vrij kunt laten stromen zodat je nog steeds kunt functioneren. Dwars door de angst heen.
Ik vind het mooi om hierover te praten omdat ik hoop dat een beetje van die dat Oosterse denkwereld en die manier van kijken ook iets meer geïntegreerd kan worden in in de manier waarop wij hier in het Westen bezig zijn met met dit soort dingen. Ook in de manier waarop er op conservatoria mee om wordt gegaan, hoe mensen worden opgeleid. Misschien hebben we hier zelfs iets aan als dit bewustzijn bestaat bij ons publiek als we aan het spelen zijn. Dus wanneer iemand zenuwachtig is, laat hem gewoon zenuwachtig zijn. Geef hem die ruimte en dan gaat het misschien vanzelf weg of wordt het omgevormd tot een super mooi concert.
Luister naar het hele minicollege mét de vragen en ervaringen van pianiste Helena Basilova op je Podcast.