Het universum van Julius Eastman

Door Ellev Derks

Julius Eastman was een visionair die zijn tijd ver vooruit was, of misschien kunnen we zelfs zeggen dat hij in een heel andere wereld verkeerde. Als enigmatische figuur in de wereld van de hedendaagse klassieke muziek gaf hij blijk van een sterke onafhankelijkheid, een uitgesproken zwarte en homoseksuele identiteit en een fundamentele muzikale sensibiliteit. Eastman drukte een onuitwisbare stempel op de Amerikaanse muziekscène van de jaren zeventig en tachtig. Zijn vroegtijdige dood op 49-jarige leeftijd in 1990, gekoppeld aan een gebrek aan erkenning tijdens zijn leven, zorgde er echter voor dat zijn nalatenschap decennialang verborgen bleef. Hoewel Eastman wordt beschouwd als een pionier, is hij pas de laatste jaren naar voren gekomen als een belangrijke figuur in de canon van de experimentele muziek. Een nieuwe generatie vindt nu inspiratie in zijn grensverleggende werk, niet alleen in de artistieke vernieuwing ervan, maar ook in de waarden die hij belichaamde en uitdroeg.  

Dissonant, complex en uitdagend
Eastman, geboren in New York in 1940, groeide op in een muzikale familie en begon zijn muzikale opleiding als koorknaap op tienjarige leeftijd. Hij studeerde piano aan het Curtis Institute of Music. Zijn ware passie lag echter bij het componeren, en hij begon al snel te experimenteren met vorm, ritme en tonaliteit in zijn werken. Zijn vroege stukken waren vaak geïnspireerd door minimalistische componisten als Philip Glass en Steve Reich, maar al snel begon hij de grenzen van die stijl op te zoeken en schreef hij muziek die dissonant, complex en uitdagend was. 

In de jaren zeventig maakte hij deel uit van de bloeiende New Yorkse muziekscene, die gekenmerkt werd door experiment, improvisatie en afwijzing van conventionele muziekvormen. Eastmans muziek, die putte uit een breed scala aan invloeden, van Afrikaanse ritmes tot minimalistische technieken, was een weerspiegeling van deze experimentele geest. Hij sloot zich aan bij de Creative Associates, een groep voor avant-garde muziek aan de Universiteit van Buffalo en componeerde in die tijd enkele van zijn meest invloedrijke werken, waaronder “Stay On It” en “Feminine”. 

Organische muziek
Eastman begon zich steeds meer af te zetten tegen de conventionaliteit in de klassieke muziek en verwerkte in zijn werk zijn eigen ervaringen als zwarte en homoseksuele man in een culturele scene die grotendeels werd gedomineerd door witte en hetero kunstenaars. Zijn composities hadden vaak provocerende titels en teksten die onmiddellijk ongemak veroorzaakten, zoals zijn stuk “Gay Guerrilla” uit 1979, een aanklacht tegen de bevrijding van de homoseksuele identiteit. De compositie maakte deel uit van zijn N***** serie, een verzameling intense werken met een politiek motief, geschreven voor vier piano’s. Deze stukken, een deel van zijn meest controversiële werk, toont ook het duidelijkst Eastman’s unieke muzikale benadering, die hij “organische muziek” noemde; een golvende en repetitieve manier om de muziek op te bouwen, nog een andere manier van verzet tegen conformiteit.

Eastman’s muziek was niet alleen uitdagend qua inhoud, maar ook qua uitvoering. Hij stond erom bekend stukken op te voeren in onconventionele settings, waarbij hij vaak de vierde muur doorbrak en het publiek bij zijn werk betrok. Een beruchte anekdote betreft een uitvoering van “Song books” van John Cage, waarbij Eastman een lid van het publiek op het podium uitkleedde. Cage, die in het publiek zat en meende dat dit de integriteit van zijn werk verstoorde, reageerde woedend. het is nooit meer goed gekomen tussen de twee componisten.

Compromisloos en dakloos
‘Compromisloos’ is misschien wel de meest accurate manier om Eastman te beschrijven. Hoewel sommigen hebben gesuggereerd dat Julius Eastmans confronterende manieren zijn succes hebben gesaboteerd, zeggen degenen die hem goed kenden dat zelfpromotie gewoon geen deel uitmaakte van zijn wezen. Eind 1981 werd Julius Eastman gedwongen zijn appartement in New York te verlaten omdat hij de huur niet meer kon betalen. Hij liet al zijn bezittingen, inclusief zijn muziek, achter op straat. In zijn laatste jaren leek Eastman opzettelijk een leven van martelaarschap te leiden, wat alleen maar versterkt werd door zijn worstelingen met alcohol- en drugsmisbruik. Hij leefde een tijdlang in daklozen opvangcentra en op straat, wat leidde tot zijn dood aan een hartstilstand in 1990 (veroorzaakt door verschillende complicaties zoals ondervoeding, HIV en drugsgebruik). 

Mooi, krachtig en vol leven
Terwijl wij de canon van de klassieke muziek blijven herzien en herwaarderen, blijft Eastman tot op de dag van vandaag provoceren, uitdagen en de status quo overstijgen. Zijn muziek was intelligent, radicaal en diep persoonlijk. In de woorden van zijn biograaf Renée Levine Packer: “Julius Eastman was een componist wiens werk in de loop der jaren de erkenning heeft gekregen die het verdient. Maar zijn muziek is niet alleen belangrijk omdat het een historische leemte opvult; het is belangrijk omdat het mooi, krachtig en vol leven is.”

word ook Kleine Vriend
€4 per maand

meer dan 120 mensen
gingen je voor!