Pianozomer
In mijn buurt bevond zich deze zomer een beroemde concertpianist. Dat had ik althans zelf bedacht. Er was geen hard bewijs voor in de vorm van video-opnamen of een loonstrookje van het Concertgebouworkest, maar er waren klanken. Gevoelige, virtuoze klanken die vooral in de weekeinden urenlang uitwaaierden over de zondoorstoven binnentuinen van ons blok en het geblaf van de honden en het gehuil van de nieuwe buurtbaby verdreven.
Het was live pianospel, dat hoorde je zo. Het klonk alsof het afkomstig was uit een huiskamer, soms stopte het abrupt om even later weer opnieuw te beginnen, maar het was zo goed, dat wij hier in huis onmiddellijk onze deuren en ramen opengooiden wanneer we het hoorden en op het balkon gingen zitten om ernaar te luisteren. Het was zo goed, dat wanneer ik mijn telefoon in de richting van het geluid draaide, de muziekherkenningsapp Shazam binnen twee seconden met schokkend officiële resultaten op de proppen kwam.
Schubert: 4 Impromptus, D.899. Er stond zelfs een pianist bij: Seymour Lipkin.
Bach: The Well-Tempered Clavier Book I. Prelude No.1 in C Major, gespeeld door – dat zei Shazam niet.
Mozart: Piano Sonata No. 8 in A Minor, K. 310: I. Allegro maestoso, de ene keer gespeeld door Dubravka Tomšič Srebotnjak, de andere keer door Vadim Chaimovich.
Stel je voor, dacht ik. Stel je voor dat je zo goed bent, dat Shazam niet alleen de muziek herkent, maar je ook nog eens verwart met de uitvoerder ervan. Stel je voor dat we ineens half naast zo’n meesterpianist bleken te wonen, zo iemand die met gesloten ogen en vliegensvlugge vingers eindeloos achter een vleugel zit. Iemand als Krystian Zimerman, die ik als tiener eens zag optreden tijdens een zorgvuldig gepland gezinsuitje in Amsterdam.
Mijn vader had mijn broertje en mij al wekenlang laten luisteren naar het vijfde pianoconcert van Beethoven, zodat we het stuk tijdens de uitvoering bij wijze van spreken konden meeneuriën, maar niets had me voorbereid op de betoverende aanblik van de handen van de Poolse pianist. Dankzij een gelukkige placering in de concertzaal kon ik er bovenop kijken; ze waren als vlinders. Het leek alsof Zimermans vingers de toetsen nauwelijks indrukten, ze fladderden eroverheen, en toch hoorde ik de inmiddels vertrouwde klanken teder opstijgen uit het orkest, even schitteren en weer opgaan in de geheel.
We begonnen uit te kijken naar de momenten dat het magische pianospel weer zou beginnen. Het was warm, alle tuin- en balkondeuren stonden uitnodigend open, klaar voor het concert, gratis en zonder dreigende btw-verhoging. Misschien moesten we eens een kleine compensatie door de brievenbus gooien. Als we maar wisten wie het was. Het geluid kwam van links, dat was zeker. Het was niemand in ons rijtje, zoveel wisten we ook.
‘Misschien is het om de hoek bij de vrouw met de kippen,’ opperde mijn dochter. ‘Of het is iemand die we nog nooit gezien hebben.’ Dat laatste was goed mogelijk. Onze buurt kent behalve gezinnen ook veel eenlingen die er soms ineens al jaren blijken te wonen. Wie weet was een van hen een onbekend genie.
‘Ik dacht juist dat júllie het waren,’ zei de buurman. Even was ik plaatsvervangend gevleid. Zelf speel ik al lang niet meer, maar we hebben inderdaad een lieve oude piano waar regelmatig iemand achter kruipt. Maar Schubert zoals Seymour Lipkin hem speelt? ‘Nee joh,’ zei ik, met enige spijt in mijn stem.
Vorige week kwam ik de jonge vrouw tegen die met haar gezin in het eerste huis op de hoek woont. Ik vroeg haar of zij soms wist wie de hele zomer zo mooi aan het spelen was geweest en op hetzelfde moment wist ik gek genoeg het antwoord al.
‘Dat is mijn man,’ zei de jonge vrouw, op haar gezicht een mengeling van trots en terughoudendheid. ‘Heb je er last van? Er zijn een heleboel buren die hebben geklaagd. Ik zeg steeds dat hij de balkondeuren dicht moet doen.’
‘O nee nee nee,’ zei ik snel, terwijl ik uit alle macht niet probeerde te denken aan de kleine zenuwpees die vaak blowend en bellend door de straat loopt en nooit gedag zegt. ‘Het is prachtig, hij speelt fantastisch. Van mij mogen de deuren open blijven.’ Het was allemaal waar en toch zag ik ineens hoe de bladeren aan de bomen van kleur waren veranderd. Het najaar had zijn intrede gedaan, de lange warme pianozomer was definitief voorbij.
muziek
Schubert – Impromptu D899 in Ges – Seymour Lipkin, piano
Bach – Well Tempered Clavier, book 1, Prelude – Christian Zimmerman, piano
Mozart, Piano Sonate no. 8, K.310, deel 1 – Vadim Chaimovich, piano
over Merel Bem
Met een achtergrond in kunstgeschiedenis en een carrière als kunstcriticus voor de Volkskrant, heeft Merel Bem (1977) een scherp oog voor de invloed van kunst op het dagelijks leven. In haar boek Doorkijken (2016, De Bezige Bij) verkent ze hoe kunstwerken, groot of klein, persoonlijke herinneringen kunnen oproepen en het alledaagse betekenis kunnen geven. Bem’s stijl is licht en invoelend, en haar verhalen laten zien dat kunst niet altijd schokkend of revolutionair hoeft te zijn om een diepe indruk achter te laten.