10 vragen voor Annelie

Door Suzanne van Nimwegen

Wie de solocarrière van componist en musicus Annelie al langer volgt, is inmiddels vertrouwd met haar evenwichtige, romantische sound op de piano en haar prachtige ‘alles-komt-goed-op-het-eind’- composities. Die sound, bescheiden, ingetogen als de artiest zelf, vaak gedempt, zal zeker te herkennen zijn op haar nieuwe plaat, die 8 september uitkomt en waarmee ze 2 september op tournee gaat. Toch kan de luisteraar van deze nieuwste reeks ook een nieuw geluid verwachten. Dit album, dat om haar doel te treffen niet meer nodig had dan de titel ‘C’ en slechts vijf welgekozen composities van de maker, neemt niet alleen qua instrumentarium een andere afslag, maar brengt muzikaal ook een nieuwe, althans nog minder bekende, kant van Annelie naar voren. ‘C’ geeft ons een korte bloemlezing van haar grote veelzijdigheid en onderstreept dat een artiest als Annelie zich structureel opnieuw blijft uitvinden. De luisteraar mag mee in dit proces. ‘Ik ben niet zozeer zoekende naar mijn eigen geluid. Het is allemaal mijn geluid’.  

1. Toen ik online wat research deed voor dit interview, kwam ik een leuk artikeltje tegen van Milieucafé Tilburg uit 2010, waar jij werd geprezen als startend singer-songwriter. Met mooie foto’s erbij van jou zingend en gitaar spelend. Nu is de piano jouw signature instrument. Hoe raakte je verknocht aan de piano?
“Zolang ik muziek schrijf, schrijf ik vanuit de melodie. Ik kom uit de popmuziek, heb de Rockacademie in Tilburg gedaan. Maar eerlijk gezegd vond ik het schrijven van lyrics best lastig. Zo goed als ik weet wat er muzikaal moet gebeuren, zo moeilijk gaat dat op tekstueel vlak. Dat schrijven ging dan ook langzaam. Daarbij heb ik altijd een grote liefde gehad voor instrumentale muziek. De piano was altijd in huis en daarop voelde ik me het meest vertrouwd en comfortabel. Ik ben zo gaan schrijven dat ik alles kon vatten in de piano. Het was heel bevrijdend om puur melodisch bezig te zijn.
‘Ik vind het fijn dat je op een piano goed kan zien wat je speelt. Je zit er met je neus bovenop. En wat heel belangrijk is voor mij: op de piano kan ik de tonen echt laten zingen. De piano sluit het mooist aan bij de klank die ik wil maken. Ik speel graag met moderator (studiepedaal, met vilt), om een warmere en doffere sound te creëren. Niet elke piano leent zich daar trouwens goed voor. Concerten speel ik op de piano van de zaal. Gelukkig mag ik hierin wel enige wensen doorgeven, maar ik neem altijd wel het een en ander mee. Als er geen moderator is, kan ik toch met gebruik van doeken die gedempte klank maken, die bij mijn muziek hoort. “

2. Jouw muziek werd vaak als ‘neoklassiek’ bestempeld, een hokje waar jij je niet per se thuis in voelde. Heb je een bepaalde boodschap, of een gevoel dat je wilt overbrengen aan je luisteraars?
“Wanneer ik speel, kom ik zelf in een soort donkere, melancholische bubbel, die ik hoop over te brengen. Maar ook wil ik graag een gevoel van rust geven, dezelfde mate van ontspanning brengen waar ik zelf in kom tijdens het spelen. Ik heb ook wel eens ligconcerten gedaan, waarbij er weinig communicatie en interactie is met het publiek. Er is geen applaus en ik hoef geen dingen aan elkaar te babbelen. Dat maakt juist dat je gemakkelijker in die bubbel kan raken met elkaar. “


3. Jouw opnames zijn best ingetogen en klein, bedoeld voor de aandachtige luisteraar. Hoe breng je je jouw muziek tot uiting tijdens een optreden? In wat voor setting speel je het liefst?
“Ik houd de setting graag zo intiem mogelijk. Ook in een grote zaal, waarbij de piano vaak uitversterkt moet worden, plaatsen we de microfoons heel dicht op de toetsen om toch die intieme sfeer te behouden. Ik wil dat de luisteraar precies kan horen hoe de toetsen worden aangeslagen, hoe de pedalen worden ingedrukt. Ook achterin de zaal mag het klinken alsof je naast me zit. Mijn ervaring is dat mensen in zo’n setting ook stil worden, op het puntje van de stoel gaan zitten. Voor het juiste geluid is het van belang dat je gebruik maakt van wat de ruimte te bieden heeft.
‘Mijn nieuwe album bevat ook elektronische elementen en bij de concerten zal ook een bassist aanwezig zijn. Dat betekent dus weer opnieuw onderzoeken hoe we dat nog grootser kunnen maken en toch intiem kunnen houden. Het zal een hele verandering zijn, maar we zorgen er wel voor dat het in lijn is met mijn vorige werk, dat het past bij wat je van me gewend bent.”

C Mcklin

4. Niet alleen die elektronische elementen zijn nieuw in jouw nieuwe album. Het klinkt qua gevoel ook wat zwaarder, wat minder happy go lucky dan je eerdere composities. De akkoorden laten wat meer eindes open en de algehele feel is donkerder. Herken je dit?
“Ja zeker. Op mijn vorige album Hertz (2021) staan wel een paar nummers die wat mij betreft eigenlijk iets teveel aan de zoete kant zijn. Ik neig zelf naar een donker randje. Ik wilde wat hardere klanken maken, de zwaarte en de chaos mochten wat meer naar voren komen. Tijdens het schrijven van het album was er veel aan de hand. Ik was zwanger en daarnaast speelden er gezondheidsproblemen bij mijn ouders. Die omstandigheden hebben de muziek gevormd, maar ik heb ook wel echt het gevoel dat deze zwaardere stijl me, in elk geval op dit moment in mijn leven, goed past. Het album bestaat uit een verzameling nummers die bewust klein is gebleven. Ze zijn vrij kort achter elkaar geschreven en vormen samen één verhaal. Daarom hoefde er voor mij niet iets anders meer bij.
De periode waarin ik dit album heb geschreven, ligt nu ook weer achter mij. Nu ik weer aan het schrijven ben, merk ik dat de stijl weer een beetje een andere kant op gaat. Het is niet zozeer dat ik zoekende ben naar mijn eigen geluid. Het is gewoon allemaal mijn geluid. Onder andere daarom gebruik ik zelf liever de term ‘instrumentale popmuziek’, dat is een lekker breed begrip waarin je heel veel kanten op kunt.”


5. Je speelt veel samen met andere muzikanten, maar jouw eigen instrumentale muziek schrijf je in principe helemaal alleen. Kun je me eens meenemen in je schrijfproces? Ik stel me voor dat dit heel anders in z’n werk gaat als je in je eentje achter de piano gaat zitten, zonder input van anderen, en denkt: kom maar op met die inspiratie.
“Ik moet dat niet gaan plannen of voorbereiden, zo van: morgen ga ik schrijven. Het moet bij mij  vanzelf ontstaan en dat is juist vaak op momenten dat ik niet achter de piano zit. Meestal is het een heel klein melodietje, dat ik dan inzing op m’n telefoon. Soms komt zo’n melodie vaker terug en dan weet ik dat ik er iets mee moet doen. Eens in de zoveel tijd beluister ik de opnames op mijn telefoon en dan kijk ik wat is blijven hangen en waar ik verder mee wil. Voor mij is het niet moeilijk om zo te schrijven. Ik vind het juist lastiger als ik al improviserend op de piano ergens toe moet komen. Dan ervaar ik teveel druk en invloed van anderen, dan moet er opeens iets en dan komt het niet. Voor mijn werk luister ik natuurlijk veel naar muziek, maar schrijven werkt voor mij beter vanuit stilte en rust, vanuit niets in je hoofd. Daarom heb ik thuis juist vaak geen muziek aan. Overgoten met andere muziek kom ik niet tot schrijven.”

6. Tijdens het schrijven van je nieuwe album werd je voor de tweede keer moeder. Hoe heeft het moederschap jouw werk beïnvloed?
“Dat weet ik nog niet precies. Ik wilde eerst zeggen: m’n werk is liever geworden, maar zojuist hadden we het er nog over dat dit niet echt is terug te horen op het nieuwe album. Terwijl ik nu weer bezig ben met wat zachtere, kalmere dingen. Wat ik wel merk, heel praktisch: ik heb veel minder tijd. Dat betekent dat ik nu ook vaak moet afwijken van mijn werkwijze, waarbij ik eerst het grote niets moet voelen om tot iets te komen. Die rust en ruimte zijn er gewoon met jonge kinderen niet meer zo vaak. Dus moet ik toch noodgedwongen meer plannen, geheel tegen mijn licht chaotische aard in.”

7. Jouw solowerk is hoofdzakelijk instrumentaal. Ook werk je samen met o.a. Eefje de Visser, bij wie zang en tekst juist weer erg op de voorgrond staan. Je bent zelf ook zangeres. Wat zit er achter de keuze om geen zang op te nemen in je muziek?
“In het begin gaf ik al een beetje aan dat ik moeite kan hebben met teksten, die werken voor mij vaak eerder beperkend dan verruimend. Wanneer je zingt, komt daar meestal automatisch tekst bij kijken. Als ik het zou doen zou ik in het Engels willen zingen en daar vind ik mezelf als tekstschrijver simpelweg niet goed genoeg voor. Er zit in één van de nummers op het nieuwe album wel een woordeloos zanglijntje. Nu je het zegt, misschien zou ik in de toekomst toch meer zang willen toevoegen, maar dan liever zonder tekst. Ik moet ook zeggen dat ik zelf bij het luisteren naar muziek veel meer focus op de melodie en de klanken, dan op de tekst. Vaak hoor ik die niet eens echt. Dus in die zin is het wel ook een artistieke keuze: ik maak gewoon heel graag instrumentale muziek en tekst heeft voor mijzelf als componist weinig meerwaarde.”

8. Het viel me op dat je ook de bladmuziek van een aantal van je nummers beschikbaar hebt gemaakt op je website. Waarom heb je hiervoor gekozen?
“Daar was vraag naar! Dat vond ik heel bijzonder, ik kreeg van meerdere mensen het verzoek of ik de bladmuziek wilde delen en ik besloot om zelf de nummers te gaan uitschrijven. Ik kan niet zo heel goed noten lezen en schrijven, dus dat was nog een heel project. Maar toen ik het liet nakijken door een professional, bleek het zelfs nog redelijk te kloppen. Mensen sturen me wel eens opnames van hoe zij mijn muziek spelen, soms hebben ze er een heel eigen draai aan gegeven. Het is te gek om je eigen muziek zo terug te horen, uitgevoerd door een bewonderaar. Echt een mooi compliment.”

9. Met welk idool zou je in de toekomst nog wel eens willen samenwerken?
“Agnes Obel bewonder ik heel erg. Zij komt zo sterk over en ook visueel vormen haar shows een inspiratie voor me. Maar ja, zij is een internationale artiest en dat zou ik toch niet zomaar.. [uw journalist wijst Annelie erop dat er niet gecontroleerd zal worden of deze droomsamenwerking tot uitvoering is gekomen] … oh ja nee dan eh, ja dat zou wel fantastisch zijn. Hania Rani vind ik daarnaast heel goed, zowel muzikaal als ook weer visueel. En Sufjan Stevens is een grote inspiratiebron.
‘Een samenwerking die al op de rol staat, is er een met Wibi Soerjadi. In het kader van het door het Concertgebouw georganiseerde ‘Piano Nights’ worden twee pianisten met een totaal verschillende stijl tegenover elkaar gezet. Dit keer zijn het Wibi en ik. We gaan naar elkaar luisteren en voor elkaar en het publiek spelen. Dat wordt wel een heel bijzondere avond denk ik.”


10. Voor welke film zou je de soundtrack willen herschrijven?
“Een soundtrack onder een film zou ik heel graag nog eens willen maken. Maar voor onder een bestaande film moet ik even nadenken. Een film met veel drama… laatst zat ik Titanic weer eens te bekijken.. nee dat kan ik niet als antwoord geven. Maar serieus, een mooie dramafilm zoals Call me by your name, waar o.a. Sufjan Stevens de muziek voor heeft gemaakt, om daar iets voor te schrijven lijkt me heel erg tof.”   

Annelie live zien en horen? Check hieronder haar tourdata!

Kaartverkoop verloopt via de websites van de zalen

word ook Kleine Vriend
€4 per maand

meer dan 120 mensen
gingen je voor!